ECLI:NL:GHSGR:2011:BR3894
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van den Wildenberg
- M. Stollenwerck
- J. van Veen
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor het verkrijgen van een paspoort ten behoeve van een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 8 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor het verkrijgen van een paspoort voor een minderjarige. De vader, verzoeker in hoger beroep, had eerder toestemming gegeven voor de afgifte van een paspoort, maar verzocht nu om vervangende toestemming omdat hij vreesde dat de moeder, met wie hij in een geschil verwikkeld was, de minderjarige naar Europa zou willen brengen om zelf een verblijfsvergunning te verkrijgen. De moeder, verweerster in hoger beroep, betwistte het beroep van de vader en verzocht het hof om hem niet-ontvankelijk te verklaren of het beroep ongegrond te verklaren.
Het hof oordeelde dat de vader niet met voldoende grieven was gekomen tegen de bestreden beschikking, maar dat het in het belang van de minderjarige wenselijk was om de beoordeling van het verzoek tot een tweede paspoort te betrekken bij de autoriteit die de aanvraag in behandeling zou nemen. Het hof concludeerde dat er al een paspoort voor de minderjarige was verstrekt en dat de aanvraag voor een tweede paspoort niet in het belang van de minderjarige was, gezien zijn jonge leeftijd van twee jaar. De vader had geen zakelijke of beroepsmatige redenen aangevoerd die de aanvraag voor een tweede paspoort rechtvaardigden.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de moeder tot het verkrijgen van vervangende toestemming voor de afgifte van een paspoort ten behoeve van de minderjarige afgewezen. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangen van de minderjarige, waarbij het hof benadrukte dat de toestemming voor een tweede paspoort niet aan de orde was, gezien de omstandigheden van de zaak.