Rolnummer: 22-000438-10
Parketnummer: 09-758856-09
Datum uitspraak: 28 april 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 15 januari 2010 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Litouwen) op [geboortedag] 1991,
thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 14 april 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest en met beslissing omtrent het inbeslaggenomene als vermeld in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 25 november 2009 te Delft tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een personenauto (Volkswagen Polo, kenteken [kenteken A]) heeft weggenomen een flesje parfum en/of een snoepdoosje met muntgeld en/of een snoepdoosje met snoep, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door met een schroevendraaier, althans met een hard voorwerp, een raam (aan de bijrijderszijde) van voornoemde auto in te slaan/te forceren;
2.
hij op of omstreeks 25 november 2009 te Delft tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een bedrijfsbus (Volkswagen Crafter, kenteken [kenteken B]) heeft weggenomen een handheld pocket pc, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf A] en/of [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door met een schroevendraaier, althans met een scherp voorwerp, een raam (aan de bijrijderszijde) van voornoemde auto uit de rubbers te tillen/te forceren;
3.
hij op of omstreeks 25 november 2009 te Delft tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een personenauto (Volkswagen Golf, kenteken [kenteken C]) heeft weggenomen een navigatiesysteem (merk Pioneer), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf B] en/of [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door met een schroevendraaier, althans een scherp en/of hard voorwerp, twee/een ra(a)m(en) (aan de bijrijderszijde van) voornoemde auto in te slaan/te forceren;
4.
hij op of omstreeks 25 november 2009 te Delft tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een personenauto (merk Alfa, type Romeo 147, kenteken [kenteken D]) heeft weggenomen een inbouwnavigatiesysteem (merk Pioneer, type AVIC-D3), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, te weten door met een schroevendraaier, althans een scherp en/of hard voorwerp, een ruit van het (rechter) voorportier van voornoemde auto te forceren en/of in te slaan.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op of omstreeks 25 november 2009 te Delft tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een personenauto (Volkswagen Polo, kenteken [kenteken A]) heeft weggenomen een flesje parfum en een snoepdoosje met muntgeld en een snoepdoosje met snoep, toebehorende aan [aangever 1], zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft door middel van braak, te weten door een raam van voornoemde auto te forceren;
2.
hij omstreeks 25 november 2009 te Delft tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een bedrijfsbus (Volkswagen Crafter, kenteken [kenteken B]) heeft weggenomen een handheld pocket pc, toebehorende aan [aangever 2];
3.
hij omstreeks 25 november 2009 te Delft tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een personenauto (Volkswagen Golf, kenteken [kenteken C]) heeft weggenomen een navigatiesysteem (merk Pioneer), toebehorende aan [bedrijf B], zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft, te weten door twee ramen van voornoemde auto te forceren;
4.
hij omstreeks 25 november 2009 te Delft tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een personenauto (merk Alfa, type Romeo 147, kenteken [kenteken D]) heeft weggenomen een inbouwnavigatiesysteem (merk Pioneer, type AVIC-D3), toebehorende aan [aangever 4], zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft door middel van braak, te weten door een ruit van het rechter voorportier van voornoemde auto in te slaan.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte bepleit dat de nauwe en bewuste samenwerking niet bewezen kan worden verklaard, op gronden als in zijn overgelegde pleitaantekeningen vermeld.
Het hof verwerpt dit verweer.
Blijkens het proces-verbaal van verhoor van [getuige] d.d. 25 november 2009, nr. PL1581/2009/27792-21, is hij, omstreeks 04.45 uur die dag, getuige geweest van diefstal vanuit een auto op de [straat A] te Delft. Vanuit zijn woning zag hij een man op een parkeerplaats op de [straat A] staan en zag hij een andere man achter een Volkswagen Polo vandaan komen. Vervolgens zag hij ze samen weglopen, waarop zijn zoon de politie heeft gebeld.
Uit het proces-verbaal van aanhouding van de verdachte van 25 november 2009, nr. PL1581/2009/27792-10, blijkt dat de verbalisanten op 25 november 2009, omstreeks 04.47 uur, werden gestuurd naar de [straat A] te Delft, alwaar zojuist door een tweetal personen zou zijn ingebroken in een personenauto. Ter plaatse aangekomen op het [straat A] om circa 04.55 uur zagen de verbalisanten een Volkswagen Polo met een verbroken ruit staan. Door de verbalisanten is vervolgens een onderzoek ingesteld, waarbij verbalisant [verbalisant] op ongeveer 300 meter afstand van de auto-inbraak een tweetal personen zag staan bij een oversteekplaats op circa één meter afstand van elkaar. Vrijwel direct daarna begonnen de twee personen zich te verplaatsen. Vervolgens is de verdachte aangehouden en zag verbalisant [verbalisant] dat verdachte overeenkwam met het opgegeven signalement. Bij de insluitingfouillering zijn bij de verdachte onder andere twee navigatiesystemen aangetroffen. Deze navigatiesystemen blijken achteraf te zijn weggenomen bij de onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten.
Uit het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 november 2009, nr. PL1581/2009/27792-41, blijkt dat verbalisant [verbalisant] zag, nadat hij beide verdachten naast elkaar had zien staan, dat de medeverdachte [medeverdachte] een lichtkleurige schoudertas droeg en zich al lopend in de richting van het NS station Delft Zuid verplaatste. Vervolgens is [medeverdachte] één tot enkele minuten daarna op voornoemd station aangehouden en werd op een afstand van circa 5 meter afstand van hem een lichtbruine schoudertas aangetroffen, terwijl hij op het moment van zijn aanhouding geen schoudertas bij zich droeg. Voorts heeft verbalisant [verbalisant] waargenomen dat vanaf het moment dat hij beide verdachten bij het verkeerslicht zag staan tot op het moment van hun aanhouding, hij in het geheel geen andere personen op straat heeft gezien.
Uit het proces-verbaal van aanhouding van de verdachte [medeverdachte] van 25 november 2009, nr. PL1581/2009/27792-1, blijkt dat [medeverdachte] overeenkwam met het signalement wat eerder was opgegeven door de melder van de auto-inbraak. Daarnaast werd bij zijn aanhouding op ongeveer vijf meter van hem vandaan een tas aangetroffen, waarin zich een Handheld Pocket PC, een rond snoepdoosje met kersensnoepjes en boterwafel snoepjes bevond. Deze goederen blijken achteraf te zijn weggenomen in de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten.
Naar oordeel van het hof valt, gelet op hetgeen hiervoor door [getuige] en verbalisant [verbalisant] is waargenomen en gelet op hetgeen bij beiden verdachte aan goederen is aangetroffen in samenhang met de te bezigen bewijsmiddelen, genoegzaam af te leiden dat ter zake telkens sprake is van het in vereniging plegen van de bewezenverklaarde feiten.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1, 3 en 4:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd.
Feit 2:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander viermaal schuldig gemaakt aan diefstal van goederen uit auto's en een bedrijfsbus, op de wijze zoals is bewezenverklaard.
Dergelijke delicten brengen naast onrustgevoelens ook financiële schade voor de slachtoffers met zich mee.
Daarnaast brengen feiten zoals het onderhavige bij de burgers in het algemeen gevoelens van onbehagen teweeg.
Blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 november 2009, is de verdachte eerder veroordeeld voor vermogensdelicten, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Ten aanzien van het inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 4 (blijkens de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen) zal het hof de teruggave gelasten aan [aangever 4].
Ten aanzien van het inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 5 (blijkens de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen) zal het hof de teruggave gelasten aan [bedrijf B].
Ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 7 en 8 (blijkens de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen) zal het hof de teruggave gelasten aan de verdachte.
Ten aanzien van de overige inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 1, 2, 3 en 6 (blijkens de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslag-genomen voorwerpen) zal het hof de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten nu niet kan worden vastgesteld aan wie deze voorwerpen toebehoren.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave van de blijkens de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde voorwerp genummerd 4 aan [aangever 4].
Gelast de teruggave van de blijkens de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde voorwerp genummerd 5 aan [bedrijf B].
Gelast de teruggave van de blijkens de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde voorwerpen genummerd 7 en 8 aan verdachte.
Gelast de bewaring van ten behoeve van de rechthebbende van de blijkens de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen vermelde voorwerpen genummerd 1, 2, 3
en 6.
Dit arrest is gewezen door mr. N. Schaar, mr. G. Knobbout en mr. M.J.J. van den Honert, in bijzijn van de griffier R. Luijken.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 april 2011.