ECLI:NL:GHSGR:2011:BT2685
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van poging doodslag met vuurwapen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, stond de verdachte terecht voor de beschuldiging van poging tot doodslag, althans poging tot zware mishandeling. De tenlastelegging betrof een incident op 20 september 2009 te Rotterdam, waarbij de verdachte met een vuurwapen op een persoon genaamd [aangever 1] zou hebben geschoten. De verdachte ontkende echter de schutter te zijn en verwees naar een getuige, [getuige A], die verklaarde de verdachte te hebben zien schieten. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verklaring van [getuige A] niet voldoende bewijs bood voor het daderschap van de verdachte.
Het hof baseerde zijn oordeel op de inconsistenties in de verklaringen van de getuigen en het gebrek aan direct bewijs. De hulzen die bij de schietpartij waren aangetroffen, waren niet op de door [getuige A] aangegeven locatie gevonden, wat de geloofwaardigheid van zijn verklaring ondermijnde. Het hof concludeerde dat er geen wettige bewijsmiddelen waren die de overtuiging konden geven dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan.
Op 9 juni 2011 heeft het hof dan ook het vonnis van de rechtbank Rotterdam vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende en overtuigend bewijs in strafzaken, waarbij de verdachte in geval van twijfel moet worden vrijgesproken.