ECLI:NL:GHSGR:2011:BU4926

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
15 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-003113-10
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vermogensdelicten tegen bejaarden door middel van misbruik van vertrouwen en valse hoedanigheid

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 15 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die werd beschuldigd van vermogensdelicten. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal en oplichting van vijf bejaarde slachtoffers, variërend in leeftijd van 76 tot 91 jaar. De verdachte en zijn medeverdachten hebben zich voorgedaan als autoriteit, zoals politieagenten of medewerkers van een energiebedrijf, om het vertrouwen van de slachtoffers te winnen en hen te bewegen tot het afgeven van hun pinpassen en pincodes. Vervolgens heeft de verdachte met deze gestolen gegevens geldopnames gedaan bij geldautomaten.

De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar veroordeeld voor andere feiten, wat leidde tot een gevangenisstraf van één jaar. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen verantwoordelijk was voor het winnen van het vertrouwen van de slachtoffers, maar wel voor de daadwerkelijke diefstal en oplichting. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk werd gesteld voor de schade die hij had veroorzaakt.

De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten, vooral gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers, en het hof heeft de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd als passende reactie op zijn daden. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003113-10
Parketnummer: 09-925825-09
Datum uitspraak: 15 november 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 6 mei 2010 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats] (Sovjetunie),
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek
op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 1 november 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1, 2, eerste alternatief/cumulatief, 3, 4 en 5 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 2, tweede alternatief/cumulatief, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar, met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen en de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 22 september 2009 te 's-Gravenhage, althans te Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 1] te bewegen tot afgifte van (een) pinpas(sen) en/of enig(e) geldbedrag(en), in elk geval enig goed, toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen:
- zich heeft begeven naar de [adres] en/of (vervolgens) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- zich heeft/hebben voorgedaan als een rechercheur/politieambtenaar en/of
- de woning van die [aangever 1] heeft/hebben betreden en/of
- die [aangever 1] heeft/hebben gevraagd of zij hem/hen kon helpen, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 22 september 2009 te 's-Gravenhage, althans te Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen (een) pinpas(sen) en/of enig(e) geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen:
- zich heeft begeven naar de [adres] en/of (vervolgens) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- zich heeft/hebben voorgedaan als een rechercheur/politieambtenaar en/of
- de woning van die [aangever 1] heeft/hebben betreden en/of
- die [aangever 1] heeft/hebben gevraagd of zij hem/hen kon helpen, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 22 september 2009 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (een) bankpas(sen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
en/of
hij op of omstreeks 22 september 2009 te 's-Gravenhage althans te Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen enig(e) geldbedrag(en) (van in totaal ongeveer 950 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onbevoegd (meermalen) met een bankpas (op naam van die [aangever 2]) met de bijbehorende pincode (een) geldopname(n) bij (een) geldautoma(a)t(en) te verrichten;
3.
hij op of omstreeks 24 september 2009 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, althans te Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud (waaronder ongeveer 200 euro, althans enig(e) geldbedrag(en)) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
4.
hij op of omstreeks 6 juli 2009 te Leidschendam, gemeente Leidschendam- Voorburg, althans te Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 4] te bewegen tot afgifte van (een) pinpas(sen) en/of enig(e) geldbedrag(en), in elk geval enig goed, toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen:
- zich heeft begeven naar de [adres] en/of de [adres] en/of (vervolgens) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- zich heeft/hebben voorgedaan als een medewerker van een energiebedrijf en/of
- aan die [aangever 4] heeft/hebben verteld dat hij te veel had betaald en/of
- tegen die [aangever 4] heeft/hebben gezegd dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) kon(den) regelen dat die [aangever 4] het te veel betaalde geld terug zou krijgen, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 6 juli 2009 te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg, althans te Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen (een) pinpas(sen) en/of enig(e) geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen:
- zich heeft begeven naar de [adres] en/of de [adres] en/of (vervolgens) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- zich heeft/hebben voorgedaan als een medewerker van een energiebedrijf en/of
- aan die [aangever 4] heeft/hebben verteld dat hij te veel had betaald en/of
- tegen die [aangever 4] heeft/hebben gezegd dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) kon(den) regelen dat die [aangever 4] het te veel betaalde geld terug zou krijgen, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op of omstreeks 6 augustus 2009 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portefeuille met inhoud (waaronder ongeveer 60 euro, althans enig(e) geldbedrag(en)) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
6.
hij op of omstreeks 30 juni 2009 te 's-Gravenhage en/of Rijswijk, althans te Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen enig(e) geldbedrag(en) (van in totaal ongeveer 3160 euro, althans 1160 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onbevoegd (meermalen) met een bankpas (op naam van die [aangever 6]) met bijbehorende pincode (een) geldopname(n) bij (een) geldautoma(a)t(en) te verrichten;
7.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 april 2009 tot en met 23 april 2009 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een/of meer geldbedrag(en) (van in totaal ongeveer 3.000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onbevoegd (meermalen) met (een) bankpas(sen) (op naam van die [aangever 7]) met de bijbehorende pincode(s) (een) geldopname(n) bij (een) geldautoma(a)t(en) te verrichten;
8.
hij op of omstreeks 10 juli 2009 te 's-Gravenhage en/of Rijswijk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen enig(e) geldbedrag(en) (van in totaal ongeveer 1250 euro, althans 250 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onbevoegd (meermalen) met een bankpas (op naam van die [aangever 8]) met bijbehorende pincode (een) geldopname(n) bij (een) geldautoma(a)t(en) te verrichten;
9.
hij op of omstreeks 11 juni 2009 te 's-Gravenhage, althans te Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen enig(e) geldbedrag(en) (van in totaal ongeveer 1250 euro, althans 250 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onbevoegd (meermalen) met een bankpas (op naam van die [aangever 9]) met bijbehorende pincode (een) geldopname(n) bij (een) geldautoma(a)t(en) te verrichten.
Beslissing op het aanhoudingsverzoek
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep voorwaardelijk - namelijk voor het geval dat het hof tot een bewezenverklaring van het aan de verdachte onder 6 ten laste gelegde feit zou komen - verzocht om aanhouding van de behandeling van de zaak, teneinde de ex-partner van de verdachte, [naam getuige], te horen omtrent haar herkenning van de verdachte op door de politie getoonde foto's. De verdediging heeft ter onderbouwing van dit standpunt een ongedateerde schriftelijke verklaring overgelegd waarin, volgens de verdediging, de ex-partner van de verdachte verklaart dat zij de verdachte destijds niet heeft herkend op de door de politie aan haar getoonde foto's en dat de door haar meegenomen kledingstukken van haar broer respectievelijk vader zijn.
Het hof wijst het verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak af, nu het hof de noodzaak daarvan niet is gebleken. Naar 's hofs oordeel bevatten de foto's (zie dossierpagina 324 en 325) die zich in het dossier bevinden voldoende details omtrent de daarop afgebeelde persoon aan de hand waarvan een nauwe bekende van de verdachte, zoals zijn ex-partner, hem alleszins kan identificeren. Dit blijkt dan ook uit het feit dat [naam getuige] de verdachte met stelligheid spontaan en bij herhaling heeft herkend ten tijde van het tonen van de foto's door de politie.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2, eerste cumulatief/alternatief, 3, 4 en 5 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Met betrekking tot feit 1 (zaak 2.3) eerste cumulatief/alternatief en tweede cumulatief/alternatief, feit 2 (zaak 2.4) eerste cumulatief/alternatief en feit 3 (zaak 2.5) overweegt het hof dat uit het dossier niet kan worden opgemaakt dat de rol van de verdachte verder gaat dan het besturen van de auto waarmee (een van) de medeverdachte(n) bij de verschillende adressen is gekomen. Niet bewezen kan worden dat de verdachte op de hoogte was van enig plan van de medeverdachte of van hetgeen zich in de woningen zou gaan afspelen, dan wel heeft afgespeeld. De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het medeplegen van deze feiten.
Met betrekking tot feit 4 (zaak 2.8) eerste cumulatief/alternatief en tweede cumulatief/alternatief overweegt het hof dat [aangever 4] aangifte heeft gedaan van een poging tot oplichting dan wel diefstal in zijn woning aan de [adres] in Leidschendam op 6 juli 2009 door een goed Nederlands sprekende blanke jongeman met een schrijfmap. Een getuige heeft gezien dat één van de drie inzittenden van een groene Volkswagen Jetta of Bora in de middag van 6 juli 2009 met het colbertjasje van één van de andere twee inzittenden van die auto en in zijn hand een zwarte map uit die auto is gestapt en in de richting van de [adres] in Leidschendam is gelopen. Naar aanleiding van een melding van deze getuige - die de situatie verdacht vond - hebben verbalisanten, rijdend naar de [adres], op de [adres] in Leidschendam een groene Volkswagen Bora zien rijden en deze staande gehouden. In de auto zaten verdachte en een medeverdachte.
De verdachte voldoet niet aan het door [aangever 4] opgegeven signalement van de goed Nederlands sprekende blanke jongeman. Gelet hierop en gelet op het feit dat het dossier voorts geen ondersteunend materiaal bevat dat tot het bewijs kan bijdragen, kan naar het oordeel van het hof niet bewezen worden dat verdachte (als medepleger) betrokken is geweest bij de poging tot oplichting van dan wel poging tot diefstal bij [aangever 4].
Met betrekking tot feit 5 (zaak 2.9) overweegt het hof dat verdachte niet voldoet aan het door aangever [aangever 5] opgegeven signalement van de dader van de diefstal van zijn portefeuille. [Aangever 5] heeft verklaard dat op 6 augustus 2009 omstreeks 15:00 uur bij zijn woning aan de [adres] in Den Haag is aangebeld en dat een netjes Nederlands sprekende man in zijn woning is geweest. De portefeuille van [aangever 5] is in het water aan de [adres] in Den Haag terug gevonden. Een getuige heeft gezien dat omstreeks 16:15 uur een donkergroen voertuig met het kenteken 15-FR-SB op de kruising van de [adres] met de [adres] heeft gestaan en dat de bijrijder van die auto naar het water is gelopen en van kleding is gewisseld. Het enkele feit dat de auto van de verdachte vijf kwartier na de gepleegde diefstal is gesignaleerd in de straat waar de portefeuille van [aangever 5] is aangetroffen en de bijrijder is gezien bij het water waar die portefeuille in lag, acht het hof onvoldoende om te komen tot bewezenverklaring van de aan verdachte ten laste gelegde diefstal in vereniging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, tweede cumulatief/alternatief, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
hij op 22 september 2009 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen toebehorende aan [aangever 2], zulks na de weg te nemen goederen onder hun bereik te hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onbevoegd meermalen met een bankpas op naam van die [aangever 2] met de bijbehorende pincode geldopnamen bij geldautomaten te verrichten;
6.
hij op 30 juni 2009 te Rijswijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen toebehorende aan [aangever 6], zulks nadat hij, verdachte de weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onbevoegd meermalen met een bankpas op naam van die [aangever 6] met bijbehorende pincode geldopnamen bij een geldautomaat te verrichten;
7.
hij op 21 april 2009 te 's-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag toebehorende aan [aangever 7], zulks na het weg te nemen goed onder zijn bereik te hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onbevoegd met een bankpas op naam van die [aangever 7] met de bijbehorende pincode een geldopname bij een geldautomaat te verrichten;
8.
hij op 10 juli 2009 te Rijswijk, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen enig geldbedrag toebehorende aan [aangever 8], zulks na het weg te nemen goed onder zijn bereik te hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onbevoegd met een bankpas op naam van die [aangever 8] met bijbehorende pincode een geldopname bij een geldautomaat te verrichten;
9.
hij op 11 juni 2009 te 's-Gravenhage, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen enig geldbedrag toebehorende aan [aangever 9], zulks na het weg te nemen goed onder zijn bereik te hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door onbevoegd met een bankpas op naam van die [aangever 9] met bijbehorende pincode een geldopname bij een geldautomaat te verrichten.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverweging
Het hof gaat voorbij aan de door de verdachte, ter terechtzitting in hoger beroep overgelegde en aan de raadsman ge-e-mailde verklaringen van: [naam getuige 1],
[naam getuige 2] en [naam getuige 3], reeds omdat niet kan blijken dat het om authentieke verklaringen gaat.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Het onder 6, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde levert op:
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren, met aftrek van voorarrest.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof - in navolging van de rechtbank - in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ten laste van de verdachte zijn vermogensdelicten bewezen verklaard waarvan in totaal vijf bejaarde tot hoogbejaarde mensen (variërend in de leeftijd van 76 tot 91 jaar) het slachtoffer zijn geworden. In alle gevallen zijn door verdachte één of meerdere geldopname(n) met de pinpas van die slachtoffers verricht, nadat (door een ander) ter verkrijging van de pinpassen en bijbehorende pincodes misbruik is gemaakt van het vertrouwen dat deze slachtoffers in de bezoeker van hun woning stelden, welk vertrouwen veelal werd opgewekt door het fingeren van een kwaliteit die bedoeld was om door autoriteit dan wel andere omstandigheden te imponeren. Verdachte heeft daarbij ook opgetreden als chauffeur van een medeverdachte.
In navolging van de rechtbank overweegt het hof dat dit soort feiten als zorgwekkend hebben te gelden. Duidelijk is immers dat bejaarde mensen, die enerzijds nog trachten zo zelfstandig mogelijk te leven, doch anderzijds worden geconfronteerd met een niet zelden drastische afname van hun lichamelijke en geestelijke vermogens, kennelijk in toenemende mate ten prooi vallen aan mensen die van hun kwetsbare positie gebruik maken met uitsluitend winstbejag als drijfveer. De zorgwekkendheid daarvan bestaat hierin, dat bij degenen die dergelijke feiten begaan kennelijk geen morele bezwaren bestaan tegen het profiteren van de kwetsbaarheid, goedgelovigheid en afhankelijkheid die een vergevorderde leeftijd nu eenmaal vaak met zich meebrengt. Daarnaast brengen feiten zoals de onderhavige bij (oudere) burgers in het algemeen angstgevoelens en gevoelens van onveiligheid teweeg. De verdachte heeft aan het plegen van dergelijke feiten bijgedragen door met de gestolen passen en pincodes geld te stelen. Dat de gestolen passen van (hoog)bejaarde mensen konden zijn, heeft hij kennelijk op de koop toegenomen. Het hof neemt het de verdachte voorts kwalijk dat hij zich bij het plegen van de onderhavige feiten uitsluitend heeft laten leiden door geldelijk gewin en zich op geen enkele manier heeft bekommerd om de gevolgen voor de slachtoffers.
Het hof houdt rekening met het feit dat de verdachte niet zelf degene is geweest die het vertrouwen van de slachtoffers heeft gewekt door in hun woning zich voor te doen als een persoon aan wie pas(sen) en pincode(s) moest(en) worden afgegeven.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 18 oktober 2011, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke feiten, zij het een jaar of tien geleden. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op de navermelde rapportages:
- Een Pro Justitia Rapport d.d. 8 februari 2010, opgemaakt en ondertekend door prof.dr. [naam deskundige 1], klinisch en forensisch psycholoog (specialist GZ-psycholoog BIG);
- Een kopie van een niet ondertekend briefrapport d.d. 13 mei 2011, opgemaakt door [naam deskundige 2], psycholoog, en [naam deskundige 3], psychotherapeut.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding [naam benadeelde partij 1]
In het onderhavige strafproces heeft [naam benadeelde partij 1] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 850,--.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 bewezen verklaarde.
De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden toegewezen.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 1]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van € 850,-- aansprakelijk is voor de schade die door het onder 2 bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [naam 1].
Vordering tot schadevergoeding van [naam benadeelde partij 2]
In het onderhavige strafproces heeft [naam] zich als gemachtigde van [naam benadeelde partij 2] gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 9 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 1.250,--.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot het in eerste aanleg toegewezen bedrag van € 250,--.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 250,-- en niet-ontvankelijkverklaring voor het overige, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat tot een bedrag van € 250,-- materiële schade is geleden. Deze schade is een rechtstreeks gevolg van het onder 9 bewezen verklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot dat bedrag worden toegewezen.
Voor het overige levert behandeling van de vordering van de benadeelde partij naar het oordeel van het hof een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk is in de vordering. Deze vordering kan inzoverre slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 2]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van € 250,-- aansprakelijk is voor de schade die door het onder 9 bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van [naam], gemachtigde van het slachtoffer [naam 2].
Beslag
Ten aanzien van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zoals deze vermeld zijn onder de nummers 1 tot en met 36 op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen zal het hof de teruggave gelasten aan de verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 24c, 36f, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, eerste cumulatief/alternatief, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2, tweede cumulatief/alternatief, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2, tweede cumulatief/alternatief, 6, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [naam 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 1] terzake van het onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 850,-- (achthonderdvijftig euro) ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [naam 1], een bedrag te betalen van € 850,-- (achthonderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 17 (zeventien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichtingen tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Vordering van de benadeelde partij [naam 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam], gemachtigde van het slachtoffer [naam 2], terzake van het onder 9 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 250,-- (tweehonderdvijftig euro) ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van [naam], gemachtigde van het slachtoffer [naam 2], een bedrag te betalen van € 250,-- (tweehonderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de op de in kopie aangehechte beslaglijst onder nummer 1 tot en met 36 vermelde voorwerpen.
Dit arrest is gewezen door mr. A.E. Mos-Verstraten, mr. T.L Tan en mr. M.C.R. Derkx, in bijzijn van de griffier mr. S.S. Mangal.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 15 november 2011.