ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6078
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Kamminga
- A. Dusamos
- J. Willems
- Rechtspraak.nl
Opheffing van bewind over goederen van rechthebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 2 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van het bewind over de goederen van de rechthebbende, geboren in 1968. De rechthebbende had in hoger beroep beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 8 februari 2011, waarin het verzoek tot opheffing van het bewind was afgewezen. De rechthebbende, bijgestaan door zijn advocaat mr. H.H.R. Bruggeman, verzocht het hof om de bewindvoerder te ontslaan en het bewind met onmiddellijke ingang op te heffen, omdat hij meende in staat te zijn zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen.
Tijdens de zitting op 13 oktober 2011 werd het verzoek van de rechthebbende besproken. De bewindvoerder, Georgina Elisabeth Hillers, voerde verweer en stelde dat handhaving van het bewind noodzakelijk was. Het hof overwoog dat de rechthebbende in de afgelopen periode zelf contact had gehad met schuldeisers en dat de verhouding tussen hem en de bewindvoerder ernstig verstoord was geraakt. Dit had geleid tot een situatie waarin de schulden verder waren opgelopen en de schuldhulpverlening onvoldoende inzicht had gekregen in de financiële situatie van de rechthebbende.
Het hof concludeerde dat de rechthebbende, nu er geen bewijs was dat hij door zijn psychische of lichamelijke gesteldheid niet in staat was zijn belangen te behartigen, in staat was om zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te waarnemen. Het hof vernietigde de bestreden beschikking en besloot dat het bewind per heden werd beëindigd. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof wees het in hoger beroep meer of anders verzochte af.