ECLI:NL:GHSGR:2011:BU8665
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Labohm
- A. Dusamos
- J. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Afwijzing incidentele vordering inzake inzage financiële gegevens in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 6 december 2011 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door de vrouw tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De vrouw had in eerste aanleg een vordering ingesteld en was in hoger beroep gekomen van het vonnis van 3 maart 2010. In het hoger beroep heeft de vrouw drie grieven geformuleerd en een incidentele vordering ingesteld op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Deze vordering was gericht op het verkrijgen van inzage in financiële gegevens van de man, die volgens de vrouw opzettelijk waren verzwegen bij de verdeling van de gemeenschap van goederen na de ontbinding van hun huwelijk.
De vrouw stelde dat zij rechtmatig belang had bij de officiële bescheiden van de saldi van alle bankrekeningen en beleggingen op de datum van de ontbinding van het huwelijk. Het hof heeft echter geoordeeld dat de vordering van de vrouw niet voldeed aan de eisen van artikel 843a Rv, omdat het niet ging om inzage of afschrift van bepaalde bescheiden, maar om een verzoek om rekening en verantwoording over een lange periode. Het hof concludeerde dat een dergelijke vordering niet past binnen het stelsel van de wet.
Daarom heeft het hof de incidentele vordering van de vrouw afgewezen en de zaak verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de man, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Deze uitspraak is gedaan door de rechters M. Labohm, A. Dusamos en J. Stollenwerck en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.