2.1 De door de voorzieningenrechter in zijn vonnis onder 1.1 t/m 1.11 vastgestelde feiten zijn in hoger beroep niet bestreden zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan. Het gaat daarbij, kort gezegd, om het volgende.
2.2 [appellant] c.s. hebben met Aegon N.V. een rechtsbijstandverzekering gesloten die wordt beheerst door de polisvoorwaarden 3002. Aegon heeft de “uitvoering van de polis”, de rechtsbijstand, opgedragen aan SRK.
2.3 [appellant] c.s. hebben op 5 februari 2009 van [verkoper 1] en [verkoper 2] (hierna [verkopers]) gekocht de woning aan de [adres] voor een prijs van € 162.000,--. De levering vond plaats op 9 april 2009. De woning is rond 1900 gebouwd. In verband hiermee bevat de koopovereenkomst een zogenaamde “ouderdomsclausule”.
2.4 Tijdens verbouwingswerkzaamheden op 11 april 2009 bleek (een deel van) de vloer
van de woning, inclusief de onderliggende steunbalken, verrot.
2.5 [appellant] c.s. stellen zich op het standpunt dat de woning niet de eigenschappen bezit die nodig zijn voor het voorgenomen normale gebruik als woning, zodat [verkopers] hun verplichtingen uit de koopovereenkomst niet behoorlijk zijn nagekomen. Nadat [verkopers] hadden geweigerd aansprakelijkheid voor de door [appellant] c.s. geleden schade te erkennen, hebben [appellant] c.s. hun geschil met [verkopers] op 20 april 2009 gemeld bij SRK.
2.6 Op 1 mei 2009 heeft SRK [appellant] c.s. bericht alles afwegende geen redelijke kans aanwezig te achten om met succes Krauss aan te spreken op de door [appellant] c.s. ontdekte gebreken, maar dat zij - desalniettemin - bereid is de verkopers nog eenmalig aan te schrijven. Dit laatste heeft SRK op 19 mei 2009 gedaan. [verkopers] hebben daarop iedere aansprakelijkheid uitdrukkelijk betwist.
2.7 Op 26 augustus 2009 hebben [appellant] c.s. een klacht ingediend bij Aegon over de behandeling door SRK. Naar aanleiding daarvan heeft SRK bij brief van 4 september 2009 [appellant] c.s. gewezen op de mogelijkheid van een deskundigenrapport in de zin van artikel 6.3 van de polisvoorwaarden, alsmede op de mogelijkheid van een beroep op de geschillenregeling in (artikel 16 van) de polisvoorwaarden.
2.8 Op 22 september 2009 heeft SRK [appellant] c.s. geschreven dat hun - kennelijke - beroep op de geschillenregeling ex artikel 16.1 van de polisvoorwaarden wordt gehonoreerd, waarbij zij in het kort de verder te bewandelen weg beschreef.
2.9 Vervolgens hebben [appellant] c.s. - met instemming van SRK - Bureau voor Bouwpathologie BB te Montfoort een deskundigenonderzoek laten verrichten naar de gebreken van de door hen gekochte woning. De slotsom van het naar aanleiding daarvan op 12 oktober 2010 uitgebrachte rapport luidt voor zover hier van belang:
“Wat betreft de aangetroffen/aangeduide gebreken is ondergetekende van mening dat voor wat betreft het merendeel deze tijdens de bezichtiging(en) van de woning en de overdracht zichtbaar zijn geweest.”
2.10 Na kennis te hebben genomen van dat rapport heeft SRK [appellant] c.s. verschillende keren gevraagd om instructies over de verdere be- c.q. afhandeling van de zaak.
2.11 Op 21 januari 2010 heeft SRK [appellant] c.s. bericht dat de dekking in het betreffende dossier wordt beëindigd omdat [appellant] c.s. geen gehoor hebben gegeven aan verzoeken van SRK.
2.12 [appellant] c.s. hebben daarna nog een beroep gedaan op de geschillenregeling, dat door SRK niet is gehonoreerd.