ECLI:NL:GHSGR:2012:5223
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J. Duindam
- A. van Walderveen
- M. Grootveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding kosten rechtsbijstand in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 20 december 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam. De verzoeker, geboren in 1950, had verzocht om een vergoeding van kosten van rechtsbijstand ter hoogte van € 62.936,60, alsmede € 540,- voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift. De rechtbank had eerder dit verzoek afgewezen, omdat de kosten van rechtsbijstand waren gefactureerd aan en voldaan door een vennootschap, [B.V.], en niet was aangetoond dat deze vennootschap de kosten voor verzoeker had voorgeschoten met de verplichting tot terugbetaling door verzoeker.
In hoger beroep heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker, hoewel hij enig aandeelhouder van de vennootschap is, niet kan aantonen dat de kosten van rechtsbijstand daadwerkelijk ten laste van zijn privévermogen zijn gekomen. De stelling van verzoeker dat de kosten onaanvaardbaar onvergoed blijven, werd door het hof verworpen, omdat er een strikte scheiding bestaat tussen de vermogensrechtelijke positie van verzoeker en die van de vennootschap. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was voor een onvoorwaardelijke verplichting van verzoeker tot terugbetaling van de kosten aan de vennootschap.
Daarom heeft het hof het hoger beroep afgewezen, met de overweging dat de eerdere beslissing van de rechtbank in stand blijft. De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.