ECLI:NL:GHSGR:2012:BV6420

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-000394-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal uit een woning met bijzondere voorwaarden voor reclassering

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 16 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte is beschuldigd van diefstal uit een woning, gepleegd op 20 september 2010. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de verdachte schuldig bevonden aan de diefstal, maar heeft de straf verlaagd tot vijf maanden gevangenisstraf. Het hof heeft bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde straf.

Daarnaast heeft het hof als bijzondere voorwaarde opgelegd dat de verdachte zich gedurende de proeftijd onder toezicht van Stichting Reclassering Nederland te Den Haag moet stellen. Dit houdt in dat de verdachte zich moet houden aan de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering, inclusief het volgen van een eventuele behandeling. Het hof heeft ook gelast dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een horloge en een jas, aan de respectieve rechthebbenden worden teruggegeven. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is gebaseerd op het onderzoek dat heeft plaatsgevonden tijdens de zittingen in zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000394-11
Parketnummer: 09-900803-10
Datum uitspraak: 16 februari 2012
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 19 januari 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te '[geboorteplaats] op [geboortejaar] 1988,
[adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Midden Holland - HvB De Geniepoort te Alphen aan den Rijn.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 2 februari 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis waarvan beroep, en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met de bijzondere voorwaarde als nader in het vonnis waarvan beroep omschreven. Voorts is in eerste aanleg een beslissing genomen omtrent de in beslag genomen voorwerpen, zoals nader in het vonnis omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 september 2010 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning ( gelegen [adres] heeft weggenomen een paar schoenen (Cruyffschoenen) en/of een of meer horloge(s) en/of een of meer jas(sen) (merk Gaastra en/of McGregor) en/of een spijkerbroek(merk Dolce & Gabana), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 20 september 2010 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een paar schoenen (Cruyffschoenen) en horloges en jassen (merk Gaastra of McGregor) en een spijkerbroek (merk Dolce & Gabana), toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich op de bewezen verklaarde wijze schuldig gemaakt aan diefstal uit een woning. Met deze handelwijze heeft de verdachte niet alleen ergernis en overlast, maar ook financiële schade voor de gedupeerden veroorzaakt. Bovendien dragen feiten als het onderhavige bij aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 19 januari 2012, waaruit blijkt dat de verdachte meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke en andersoortige strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Beslag
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de van het vonnis deel uitmakende beslissing van de eerste rechter ten aanzien van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zal worden bevestigd.
Ten aanzien van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven jas, zoals deze vermeld is op de in kopie aan dit arrest gehechte beslaglijst, zal het hof de teruggave gelasten aan verdachte. Het hof gelast voorts de teruggave aan de rechthebbende [benadeelde partij 1] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven horloge, zoals vermeld op de in kopie aan dit arrest gehechte beslaglijst.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde zoals hiervoor overwogen heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 1 (één maand), niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd stelt onder het toezicht van Stichting Reclassering Nederland te Den Haag en zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, door of namens deze instelling te geven, ook indien deze voorschriften en aanwijzingen inhouden het volgen van een (ambulante) behandeling bij De Waag.
Geeft eerstgenoemde instelling opdracht de verdachte bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan [benadeelde partij 1] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een horloge (Quartz).
Gelast de teruggave aan verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een jas (H en M Dividend).
Dit arrest is gewezen door mr. M.P.J.G. Göbbels, mr. R.M. Bouritius en mr. C.J. van der Wilt, in bijzijn van de griffier mr. S. Hartog-Zamani.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 16 februari 2012.