ECLI:NL:GHSGR:2012:BV8428
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van verkoop door misdrijf verkregen goed
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 21 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 1 april 2011. De verdachte, geboren in 1963, werd beschuldigd van het verwerven en doorverkopen van een sloep, waarvan werd gesteld dat deze door misdrijf was verkregen. De advocaat-generaal had gevorderd dat het eerdere vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van EUR 1.000,--, subsidiair twintig dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaar.
In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van zestig uren, subsidiair dertig dagen hechtenis. De verdachte ging in hoger beroep tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting in hoger beroep op 7 februari 2012 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. De verdachte had de sloep aangekocht van een bekende verkoper en deze vervolgens doorverkocht aan een derde partij. De aankoopprijs was redelijk en er was een factuur verstrekt voor de transactie.
Het hof oordeelde dat de verdachte niet redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat de sloep een door misdrijf verkregen goed was. Bovendien had de verdachte voldaan aan zijn onderzoeksplicht met betrekking tot de herkomst van de sloep. Gezien deze omstandigheden oordeelde het hof dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.