ECLI:NL:GHSGR:2012:BW7053
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.E. Mos-Verstraten
- I.M. Davids
- C.M. Pannekoek-Dubois
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep in wrakingszaak tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [de man] tegen de beslissing van de meervoudige kamer voor wrakingszaken in de rechtbank Rotterdam, die op 1 februari 2012 het verzoek tot wraking van de rechter-commissaris, mr. C. van Steenderen-Koornneef, heeft afgewezen. Het hof heeft op 23 mei 2012 uitspraak gedaan in deze wrakingszaak. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool, heeft in zijn hoger beroep verschillende gronden aangevoerd. Hij stelt dat de wrakingskamer essentiële vormen niet in acht heeft genomen en dat er sprake is van een onpartijdige behandeling. Het hof heeft de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld aan de hand van artikel 39 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin staat dat tegen een beslissing in een incident tot wraking geen hogere voorziening is toegelaten, tenzij de rechter de wrakingsregeling ten onrechte niet heeft toegepast of essentiële vormen niet in acht heeft genomen.
Het hof heeft de argumenten van [de man] beoordeeld en geconcludeerd dat de wrakingskamer niet in strijd heeft gehandeld met de vereisten van een eerlijke en onpartijdige behandeling. De gronden die door de appellant zijn aangevoerd, zijn door het hof verworpen. Het hof heeft vastgesteld dat de wrakingskamer de klachten van [de man] voldoende heeft behandeld en dat er geen sprake is van verzuim van essentiële vormen. Daarom heeft het hof de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen de beslissing van de wrakingskamer. De beslissing van het hof is op 23 mei 2012 uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij ook de griffier aanwezig was. Een afschrift van de beslissing is verzonden aan de betrokken partijen, waaronder de rechter-commissaris en de bewindvoerder.