ECLI:NL:GHSGR:2012:BX0085

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
3 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-002613-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en witwassen door werknemer van KPN

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 3 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1971, was eerder veroordeeld voor het meermalen verduisteren van goederen die hij uit hoofde van zijn dienstbetrekking bij Koninklijke KPN N.V. onder zich had, alsook voor het plegen van witwassen. De rechtbank had hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar opgelegd, maar de officier van justitie ging in hoger beroep. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest. De verdachte had gedurende vier jaar voor een aanzienlijk bedrag aan netwerkapparatuur verduisterd en deze verkocht voor eigen gewin. Het hof oordeelde dat de verdachte zijn werkgever een miljoenenschade had toegebracht en het vertrouwen van zijn werkgever ernstig had beschaamd. De verdachte had ook luxe goederen aangeschaft met het geld dat hij had witgewassen. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte had geen eerdere veroordelingen, maar toonde tijdens de zitting geen oprechte spijt voor zijn daden. Het hof heeft ook de verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen gelast, aangezien deze geheel of grotendeels door middel van de bewezen verklaarde feiten zijn verkregen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002613-11
Parketnummer: 09-997171-09
Datum uitspraak: 3 juli 2012
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 mei 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
19 juni 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een geheel voorwaardeljke gevangenisstraf voor de duur van één jaar met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, alsmede een geheel onvoorwaardelijke werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Voorts is er een beslissing genomen ter zake van de in beslag genomen goederen als vermeld in het vonnis waarvan beroep.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 december 2006 tot en met 10 januari 2010 te Gouda en/of Oude Meer en/of Nieuwegein en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk Cisco netwerk-apparatuur ter waarde van een totaal bedrag van (circa) 2.169.849 euro, waaronder in elk geval
- 13 stuks X2-10GB-LR (D-036 en D-037) en/of
- 20 stuks XENPACK-10GB-LR= (D-119 en D-120) en/of
- 10 stuks 7600-ES20-10G3C= (D-121, D-122 en D-045) en/of - 10 stuks WS-C4948-10GE-S (D-040, D-041 en D-042) en/of - 6 stuks X2-10GB-LX4 (D-138 en D-139),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan Koninklijke KPN N.V. en/of Getronics, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) hij, verdachte, uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als [functie] bij KPN Cyber Center te Oude Meer (bij de werkgever Koninklijke KPN N.V.), in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, (telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2006 tot en met 10 januari 2010, te Gouda en/of Oude Meer en/of Nieuwegein en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij/hebben, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) (een) voorwerp(en),
te weten één of meer geldbedrag(en) tot een totaal van 861.245 euro (bestaande uit bancaire betalingen door Network Remarketing B.V.), in elk geval enig(e) geldbedrag(en) verworven en/of voorhanden gehad, en/of
(telkens) van (een) voorwerp(en),
te weten één of meer geldbedrag(en) tot een totaal van 861.245 euro (bestaande uit bancaire betalingen door Network Remarketing B.V.), in elk geval enig(e) geldbedrag(en) gebruik gemaakt, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 1 december 2006 tot en met 10 januari 2010 te Gouda en/of Oude Meer en/of Nieuwegein en/of (elders) in Nederland, meermalen opzettelijk Cisco netwerk-apparatuur, waaronder in elk geval
- 13 stuks X2-10GB-LR en
- 20 stuks XENPACK-10GB-LR= en
- 10 stuks 7600-ES20-10G3C= en
- 10 stuks WS-C4948-10GE-S en
- 6 stuks X2-10GB-LX4,
die toebehoorden aan Koninklijke KPN N.V. en/of Getronics en welke goederen hij, verdachte, uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als [functie] bij KPN Cyber Center te Oude Meer (bij de werkgever Koninklijke KPN N.V.), in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, telkens wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
2.
hij in de periode van 1 december 2006 tot en met 10 januari 2010, te Gouda en/of Oude Meer en/of Nieuwegein en/of elders in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, telkens voorwerpen,
te weten geldbedragen tot een totaal van 861.245 euro (bestaande uit bancaire betalingen door Network Remarketing B.V.), verworven en voorhanden gehad, en
telkens van voorwerpen,
te weten geldbedragen tot een totaal van tenminste 700.000 euro (bestaande uit bancaire betalingen door Network Remarketing B.V.), gebruik gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat bovenomschreven voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd.
het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft gedurende een periode van vier jaren als werknemer van KPN voor een zeer aanzienlijk bedrag aan netwerkapparatuur verduisterd en deze vervolgens verkocht aan de medeverdachte [medeverdachte]] voor eigen gewin. Het geld dat deze verduistering hem heeft opgebracht, heeft hij vervolgens witgewassen door vele luxe goederen voor privédoeleinden aan te schaffen. Door aldus te handelen heeft de verdachte zijn werkgever niet alleen een miljoenenschade toegebracht, maar ook diens vertrouwen in hem ernstig beschaamd. De verdachte heeft er daarmee blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de bezittingen van anderen.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 7 juni 2012, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Het hof neemt bij het bepalen van de strafmodaliteit en de strafduur mede in aanmerking dat de verdachte ook ter terechtzitting in hoger beroep er nog steeds blijk van heeft gegeven de ernst van de feiten en de strafwaardigheid van zijn gedrag te bagatelliseren. Het berouw dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep heeft uitgesproken lijkt vooral te zijn ingegeven door de gevolgen die de strafvervolging voor hem en zijn gezin heeft gehad. Verder is gebleken dat de verdachte zelfs nog geen begin heeft gemaakt met het terugbetalen van het aan KPN verschuldigde bedrag, zoals is overeengekomen in een schikking van 19 januari 2011.
Naar het oordeel van het hof zijn de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten van zodanige ernst, dat niet kan worden volstaan met de oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een geheel onvoorwaardelijke werkstraf. Daarbij acht het hof de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken, niet zodanig klemmend dat daaraan een grote strafmatigende werking toekomt.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Beslag
Ten aanzien van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zoals deze vermeld zijn onder
1 tot en met 170 op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zal het hof de verbeurdverklaring gelasten, nu zij geheel of grotendeels door middel van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde zijn verkregen. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a, 57, 322 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: nummers 1 tot en met 170 zoals vermeld op de beslaglijst.
Dit arrest is gewezen door mr. A.E. Mos-Verstraten, mr. C.G.M. van Rijnberk en mr. M.C.R. Derkx, in bijzijn van de griffier mr. N.N.D. Bos.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 3 juli 2012.