ECLI:NL:GHSGR:2012:BX0404
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in brandstichtingszaak door gebrek aan overtuigend bewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 3 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1984, was beschuldigd van brandstichting op 23 december 2009 in Rotterdam, waarbij hij opzettelijk de brievenbus van een woning in brand zou hebben gestoken. De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg vrijgesproken, maar het openbaar ministerie ging in hoger beroep. Tijdens de zitting heeft het hof vastgesteld dat het opsporingsonderzoek onvolledig was. Er was onvoldoende onderzoek gedaan naar sporen op het lichaam en de kleding van de verdachte, alsook naar de gebruikte brandstof en andere relevante bewijsmaterialen. De verklaringen van de ooggetuigen, waaronder de moeder van een getuige, werden kritisch bekeken door het hof. Het hof concludeerde dat de getuigen elkaar mogelijk hadden beïnvloed en dat er discrepanties in hun verklaringen waren. Hierdoor was er onvoldoende bewijs om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde brandstichting. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De advocaat-generaal had gevorderd tot een gevangenisstraf van vijf jaar, maar het hof oordeelde dat er geen overtuigend bewijs was voor de schuld van de verdachte. Het arrest is uitgesproken in het openbaar en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. A.J.M. Kaptein, die buiten staat was om te ondertekenen.