ECLI:NL:GHSGR:2012:BX1495
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. de Haan-Boerdijk
- A. van den Wildenberg
- J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling tussen vader en minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam, waarin hem het recht op omgang met zijn minderjarige kind werd ontzegd. De vader, die in hoger beroep is gekomen op 5 januari 2012, was niet verschenen ter zitting op 30 mei 2012, terwijl de moeder, bijgestaan door haar advocaat, wel aanwezig was. De rechtbank had eerder, in een tussenbeschikking van 8 december 2010, een voorlopige omgangsregeling vastgesteld, maar deze was niet goed verlopen. De vader betwist dat hij zich negatief over de moeder uitlaat in aanwezigheid van de minderjarige en stelt dat de communicatieproblemen tussen hem en de moeder de oorzaak zijn van de problemen rondom de omgang. De moeder daarentegen stelt dat de vader zijn medewerking aan bemiddeling heeft stopgezet en dat zijn houding indruist tegen het belang van de minderjarige.
Het hof overweegt dat op grond van artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek een kind recht heeft op omgang met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat, tenzij er gronden zijn om dit recht te ontzeggen. Het hof concludeert dat de omgangsregeling veel spanningen veroorzaakt tussen de ouders en onduidelijkheid voor de minderjarige, vooral omdat de vader niet verschijnt en afspraken niet nakomt. Gezien de weerstand van de moeder en de onrust die dit met zich meebrengt voor de minderjarige, oordeelt het hof dat het belang van de minderjarige vereist dat de vader tijdelijk wordt ontzegd in zijn omgangsrecht. De grieven van de vader kunnen niet leiden tot vernietiging van de bestreden beschikking.
Het hof bekrachtigt derhalve de bestreden beschikking, waarbij het recht op omgang met de minderjarige aan de vader wordt ontzegd. Deze uitspraak is gedaan door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 4 juli 2012, met de rechters M. de Haan-Boerdijk, A. van den Wildenberg en J. Jansen, en griffier mr. Wittich-de Ridder.