ECLI:NL:GHSGR:2012:BX4039

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
13 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-004492-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. Borgesius
  • G.J. Fleers
  • M. Mees
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 13 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in Polen in 1957, was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 70 uren, subsidiair 35 dagen hechtenis, wegens het opzettelijk niet verstrekken van benodigde gegevens aan de sociale dienst, in strijd met artikel 17 van de Wet werk en bijstand. De tenlastelegging betrof het niet tijdig melden van een gezamenlijke huishouding met een medeverdachte, wat mogelijk invloed had op haar recht op sociale voorzieningen.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 30 mei 2012 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van het vonnis van de politierechter. Het hof heeft echter geconcludeerd dat het vonnis niet in stand kan blijven. Het hof oordeelde dat, hoewel de verdachte vaak op het adres in Lisse aanwezig was, niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat zij daar een gezamenlijke huishouding voerde met de medeverdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte elders haar hoofdverblijf had en dat haar aanwezigheid op het adres voornamelijk was om voor haar kinderen te zorgen.

Gelet op deze overwegingen heeft het hof geoordeeld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Deze uitspraak is gedaan in een openbare zitting, waarbij de rechters Borgesius, Fleers en Mees aanwezig waren, maar niet in staat waren het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004492-11
Parketnummer: 09-755014-09
Datum uitspraak: 13 juni 2012
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 9 september 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortejaar] 1957,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 30 mei 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 70 uren subsidiair 35 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Zij in of omstreeks de periode van 24 september 2007 tot en met 18 mei 2009 te Lisse en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, in strijd met een haar, verdachte, bij of krachtens wettelijke verplichting, te weten artikel 17 van de Wet werk en bijstand, opzettelijk heeft nagelaten (tijdig) de benodigde gegevens te verstrekken,
immers heeft zij opzettelijk niet gemeld aan de sociale dienst van de ISD Bollenstreek en/of de gemeente Lisse dat zij, verdachte, (in de periode van 24 september 2007 tot en met 30 april 2009): -een gezamenlijke huishouding voerde met [medeverdachte] (op het adres [adres] te Lisse) en/of
dit terwijl dit feit kon strekken en/of heeft gestrekt tot bevoordeling van haarzelf, verdachte, en/of een ander en terwijl zij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dit/deze gegeven(s) van belang is/was voor de vaststelling van haar, verdachtes, en/of eens anders recht op en/of de duur en/of hoogte van een verstrekking en/of tegemoetkoming op grond van de Wet werk en bijstand.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Het hof is van oordeel dat uit het uitgevoerde opsporingsonderzoek weliswaar duidelijk is geworden dat de verdachte frequent aanwezig was op het adres [adres] te Lisse - hetgeen door haar niet is betwist -, maar dat niet buiten gerede twijfel is komen vast te staan dat zij in de ten laste gelegde periode daar een gezamenlijke huishouding voerde met [medeverdachte]. Aannemelijk is geworden dat de verdachte elders haar hoofdverblijf had en op voormeld adres aanwezig was om haar kinderen te verzorgen, met name wanneer genoemde [medeverdachte] voor zijn werk op reis was of anderszins afwezig was. Ook van wederzijdse verzorging is het hof niet gebleken. Hieruit volgt dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, en dat de verdachte mitsdien behoort te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. J. Borgesius,
dr. G.J. Fleers en mr. M. Mees, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 13 juni 2012.
Dr. G.J. Fleers en mr. M. Mees zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.