ECLI:NL:GHSGR:2012:BX4181

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
4 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.105.596/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Lückers
  • H. Husson
  • A. Kamminga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens niet tijdig betaald griffierecht

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 4 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep. De man, verzoeker in hoger beroep, had op 20 april 2012 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Dordrecht van 1 februari 2012. In eerste aanleg was bepaald dat de man een verhaalsbijdrage van € 1.514,86 per maand moest betalen aan de gemeente, ten behoeve van zijn echtgenote en minderjarige kinderen. Het hof constateerde echter dat de man het verschuldigde griffierecht niet tijdig had betaald, in strijd met artikel 3, vierde lid, van de Wet griffierechten burgerlijke zaken. De man had het griffierecht niet binnen vier weken na indiening van het beroepschrift voldaan. Het hof had de man hierover geïnformeerd en hem de gelegenheid gegeven om te reageren, maar er was geen reactie ontvangen. Er waren ook geen omstandigheden die zouden kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 282a, lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Gezien deze feiten heeft het hof de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De beschikking is gegeven door de rechters M. Lückers, H. Husson en A. Kamminga, bijgestaan door griffier Hogendoorn, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector Civiel recht
Uitspraak : 4 juli 2012
Zaaknummer : 200.105.596/01
Rekestnummer rechtbank : FA RK 11-8913
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. F. Yildiz te ‘s-Gravenhage,
tegen
de Sociale Dienst Drechtsteden,
gevestigd te Dordrecht,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de gemeente,
gemachtigde: Y.S.M. Bieshaar.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De man is op 20 april 2012 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 1 februari 2012 van de rechtbank Dordrecht.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking. Bij die beschikking is, uitvoerbaar bij voorraad, bepaald dat de man met ingang van 1 maart 2011 aan de gemeente, ten behoeve van zijn echtgenote [de vrouw] en zijn minderjarige kinderen [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats], [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats], [minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] en [minderjarige 4], geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats], een verhaalsbijdrage van € 1.514,86 per maand verschuldigd is zolang de bijstandsverlening aan [de vrouw] zal voortduren en de man onderhoudsplichtig is.
ONTVANKELIJKHEID VAN HET HOGER BEROEP
Het hof stelt vast dat de man het door hem verschuldigde griffierecht in strijd met het bepaalde in artikel 3, vierde lid, Wet griffierechten burgerlijke zaken niet binnen vier weken na indiening van het beroepschrift heeft betaald.
Bij brief van 5 juni 2012 heeft het hof de (advocaat van de) man bericht dat het niet tijdig voldoen van het griffierecht er, overeenkomstig het bepaalde in artikel 282a, tweede lid, in samenhang met artikel 362 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv), in beginsel toe leidt dat de man niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep. Het hof heeft de man gelegenheid geboden hierop te reageren, doch geen reactie ontvangen.
Gesteld noch gebleken zijn omstandigheden als bedoeld in artikel 282a, lid 4 Rv, die zouden moeten leiden tot de conclusie dat in het onderhavige geval niet-ontvankelijkverklaring leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Dit leidt tot de volgende beslissing.
BESLISSING
Het hof:
verklaart de man niet-ontvankelijk in het door hem ingestelde hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mr. Lückers, Husson en Kamminga, bijgestaan door Hogendoorn als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 juli 2012.