Rolnummer: 22-004698-11
Parketnummer: 09-213052-10
Datum uitspraak: 1 augustus 2012
VERSTEK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 5 oktober 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1989,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 1 augustus 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een geldboete van € 900,00, subsidiair achttien dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 27 september 2010 te 's-Gravenhage, toen (een) aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtena(a)r(en) verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekt(e) strafba(a)r(e) feit(en) had(den) aangehouden en had(den) vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde verdachte, ter geleiding voor een hulpofficier van justitie, over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen die eerstgenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun/zijn bediening, heeft verzet door te rukken en te trekken in een andere richting dan waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden en/of (meerdere malen met kracht) zijn arm(en) uit de greep van die ambtena(a)r(en) te trekken;
2:
hij op of omstreeks 27 september 2010 te 's-Gravenhage opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [benadeelde partij 1], agent van politie Haaglanden en/of [benadeelde partij 2], hoofdagent van politie Haaglanden, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, tijdens de uitoefening van de politiedienst in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankerjoden" en/of "kankerhoer, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of zijn, verdachtes, middelvinger naar die ambtena(a)r(en) heft opgestoken, zijnde een feitelijkheid van beledigende aard en/of strekking;
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet geheel verenigt.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan -overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - behoort te worden vrijgesproken. Op grond van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen kan niet worden bewezen dat de verbalisanten de verdachte hadden aangehouden en hadden vastgegrepen, althans vast hadden teneinde verdachte, ter geleiding voor een hulpofficier van justitie, over te brengen naar een politiebureau.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2:
hij op 27 september 2010 te 's-Gravenhage opzettelijk beledigend ambtenaaren, te weten [benadeelde partij 1], agent van politie Haaglanden en [benadeelde partij 2], hoofdagent van politie Haaglanden, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, tijdens de uitoefening van de politiedienst in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankerjoden" en "kankerhoer, en zijn, verdachtes, middelvinger naar die ambtenaren heeft opgestoken, zijnde een feitelijkheid van beledigende aard en/of strekking;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken en dat hij ter zake van het onder 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 900,00, subsidiair achttien dagen hechtenis.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft twee politieambtenaren gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening op straat beledigd, zoals in de bewezenverklaring nader omschreven. Dergelijk respectloos gedrag jegens opsporingsambtenaren kan niet worden getolereerd.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 6 juli 2012, waaruit blijkt dat de verdachte meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van misdrijven. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat uit een oogpunt van normhandhaving een geheel onvoorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte een passende en geboden reactie vormt. Bij de vaststelling van de geldboete is rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door mr. S. van Dissel, mr. T.E. van der Spoel en mr. A.M. Zwaneveld, in bijzijn van de griffier mr. C. Hol.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 1 augustus 2012.
Mr. A.M. Zwaneveld is buiten staat dit arrest te ondertekenen.