ECLI:NL:GHSGR:2012:BX7041
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van Kempen
- M. van Leuven
- L. Linsen-Penning de Vries
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de voorlopige machtiging tot gesloten plaatsing van een minderjarige zonder voorafgaand horen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 augustus 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de voorlopige machtiging tot gesloten plaatsing van een minderjarige. De minderjarige, die op dat moment verbleef bij de Stichting JJC in 's-Gravenhage, was in hoger beroep gekomen van een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Rotterdam. Deze beschikking, gedateerd op 30 mei 2012, verleende een voorlopige machtiging voor de gesloten plaatsing van de minderjarige voor een periode van vier weken. De minderjarige was niet gehoord voorafgaand aan deze beslissing, wat leidde tot de vraag of dit in strijd was met het recht op een eerlijk proces.
De minderjarige voerde aan dat de machtiging onterecht was verleend, omdat hij niet was gehoord en er geen noodzaak was voor gesloten plaatsing. Jeugdzorg, de verweerster in deze zaak, stelde echter dat de situatie thuis onhoudbaar was geworden door problematisch gedrag van de minderjarige, waaronder fysiek geweld en dreigementen. Het hof oordeelde dat de spoedmachtiging terecht was verleend, gezien de ernst van de situatie en het risico voor de minderjarige en zijn omgeving. Het hof benadrukte dat de minderjarige direct na de vrijheidsbeneming door de kinderrechter en een gedragswetenschapper was gehoord, waardoor de noodzakelijke waarborgen waren gewaarborgd.
Uiteindelijk besloot het hof de bestreden beschikking te bekrachtigen, waarmee de gesloten plaatsing van de minderjarige werd bevestigd. Deze uitspraak onderstreept de noodzaak van zorgvuldige afwegingen in situaties waarin de veiligheid van minderjarigen in het geding is, en de rol van de rechter in het waarborgen van rechten in dergelijke procedures.