ECLI:NL:GHSGR:2012:BX7745
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van den Wildenberg
- A. Mink
- J. Bos
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van ouderlijk gezag en geschiktheid van de vader in het belang van de minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 5 september 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het ouderlijk gezag van de vader over zijn minderjarige kind. De vader, die lijdt aan PDD-NOS, verzocht het hof om de beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 29 maart 2012 te vernietigen, waarin hij en de moeder ontheven waren van het ouderlijk gezag. De vader stelde dat hij in staat was om voor de minderjarige te zorgen, mits hij begeleiding kreeg, en dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar zijn geschiktheid als ouder.
Het hof heeft de argumenten van de vader overwogen, maar kwam tot de conclusie dat de vader ongeschikt is om de minderjarige te verzorgen en op te voeden. Het hof baseerde deze conclusie op de beperkingen van de vader, zijn negatieve houding ten opzichte van de hulpverlening, en de noodzaak voor de minderjarige om in een stabiele omgeving te verblijven. De minderjarige had in het verleden ernstige gedragsproblemen vertoond en was sinds augustus 2011 geplaatst in een perspectiefbiedend pleeggezin, waar zij positieve ontwikkelingen doormaakte.
Het hof oordeelde dat een nader onderzoek naar de geschiktheid van de vader niet in het belang van de minderjarige zou zijn, en dat het belang van de minderjarige voorop staat. De vader's verzoek om een deskundige te benoemen werd afgewezen. Uiteindelijk bekrachtigde het hof de beschikking van de rechtbank, waarmee de ontheffing van het ouderlijk gezag werd bevestigd.