ECLI:NL:GHSGR:2012:BY0171
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Leuven
- A. de Haan-Boerdijk
- J. Burgerhart
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Rotterdam, waarin de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van de minderjarige tot 2 september 2012 zijn verlengd. De vader heeft op 8 december 2011 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 28 september 2011. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 januari 2012, waarbij de vader werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.M.C. van Gorkum. Ook waren de moeder en een vertegenwoordiger van Jeugdzorg aanwezig.
Tijdens de procedure heeft Jeugdzorg op 9 januari 2012 een verweerschrift ingediend. De raad voor de kinderbescherming heeft laten weten geen recente bemoeienis met de zaak te hebben en niet ter zitting te verschijnen. De zaak is pro forma aangehouden om Jeugdzorg de gelegenheid te geven een onderzoeksplan op te stellen, met het oog op de mogelijkheid dat de partner van de vader als netwerkpleegmoeder voor de minderjarige kan fungeren.
Het hof heeft op 16 augustus 2012 aan de partijen meegedeeld dat het belang bij het hoger beroep aan betekenis zal verliezen, nu de termijn voor de beoordeling op 2 september 2012 verstrijkt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om binnen veertien dagen te reageren, maar hebben dit niet gedaan. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat de geldigheidstermijn van de machtiging inmiddels is verstreken en dat het belang van de vader bij het hoger beroep is vervallen. Daarom heeft het hof de vader niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.