ECLI:NL:GHSGR:2012:BY2340
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- A. Labohm
- J. van Dijk
- M. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 16 oktober 2012 uitspraak gedaan in een incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis. De man, appellant, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, dat op 25 mei 2012 is gewezen. De man verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging, omdat hij stelde dat de afspraken die op 16 april 2012 zijn gemaakt, onrechtmatig tot stand zijn gekomen. Hij voerde aan dat hij gedwaald had en dat de vrouw zich schuldig had gemaakt aan misleiding, intimidatie en bedrog. De man stelde dat hij belang had bij uitstel van de verkoop van de woning aan de vader van de vrouw, omdat hij anders dwangsommen zou verbeuren tot maximaal € 50.000,-. Hij betoogde dat een schorsing de vrouw niet zou benadelen.
De vrouw, geïntimeerde, voerde daarentegen aan dat de man niet had aangetoond dat het te executeren vonnis berustte op een juridische of feitelijke misslag. Zij stelde dat de man zijn verplichtingen niet nakwam en dat een schorsing van de tenuitvoerlegging haar ernstig zou benadelen. Het hof overwoog dat de man niet had aangetoond dat het bestreden vonnis op een misslag berustte en dat zijn belang bij schorsing niet zwaarder woog dan het belang van de vrouw bij handhaving van de tenuitvoerlegging. Het hof wees de vordering van de man tot schorsing af en veroordeelde hem in de proceskosten van het incident.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van de belangenafweging bij verzoeken tot schorsing van de tenuitvoerlegging van uitvoerbare vonnissen. Het hof concludeerde dat de vrouw een zwaarwegend financieel belang had bij de uitvoering van het vonnis en dat er geen noodsituatie voor de man was ontstaan door de tenuitvoerlegging.