ECLI:NL:GHSGR:2012:BY2678
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Lückers
- Husson
- Kamminga
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van deugdelijke gronden en petitum
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 10 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een verzoeker, aangeduid als de man, die in hoger beroep is gekomen tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 april 2012. De man was niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij daartoe behoorlijk was opgeroepen. De rechtbank had eerder de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en diverse regelingen getroffen met betrekking tot de minderjarigen en alimentatie. De advocaat van de man stelde dat het beroepschrift wel duidelijk was, maar het hof oordeelde dat het beroepschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen. Het hof benadrukte dat het beroepschrift een duidelijke omschrijving van het verzoek moet bevatten, wat in dit geval ontbrak. De advocaat van de vrouw voerde aan dat de onduidelijkheid in het beroepschrift haar werkzaamheden belemmerde en dat dit zou moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. Het hof concludeerde dat zowel deugdelijke gronden als het petitum ontbraken, waardoor het niet duidelijk was waartegen het beroep zich richtte. Dit leidde tot de beslissing dat de man niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn hoger beroep.