ECLI:NL:GHSGR:2012:BY2699
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Nievelt
- A. Kamminga
- J. van der Kuijl
- Rechtspraak.nl
Gezag en zorgregeling in een ouderschapsonderzoek met betrekking tot minderjarige kinderen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 26 september 2012, gaat het om een hoger beroep inzake gezag en zorgregeling voor de minderjarige [minderjarige], geboren in 2005. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Hulshof, en de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.N. Baldew, zijn in geschil over het gezamenlijk gezag en de zorg- en opvoedingstaken van hun kind. De Raad voor de Kinderbescherming was ook betrokken in deze procedure.
De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van de rechtbank, waarin de moeder van rechtswege alleen met het ouderlijk gezag was belast. Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de omstandigheden die zijn gewijzigd sinds de eerdere beschikking en de belangen van de minderjarige. De deskundige, drs. I.M. van ’t Hoff, heeft een ouderschapsonderzoek uitgevoerd en geconcludeerd dat de ouders een autonome relatie hebben en dat er een minimum aan overleg is. De minderjarige ervaart een loyaliteitsconflict tussen zijn ouders, maar beide ouders zijn zeer betrokken en willen het beste voor hun kind.
Het hof heeft overwogen dat het gezamenlijk gezag niet beëindigd hoeft te worden, omdat dit het loyaliteitsconflict van de minderjarige zou verergeren. De moeder heeft aangegeven dat zij geen inmenging van de vader wenst, terwijl de vader aanwezig wil zijn bij belangrijke momenten in het leven van de minderjarige. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, omdat er geen zwaarwegende argumenten zijn aangevoerd die zouden wijzen op een wijziging van het gezag in het belang van de minderjarige.
De omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige is goed en de moeder staat achter deze regeling. Het hof heeft ook de contactregeling bekrachtigd, omdat er geen indicaties zijn dat deze regeling niet meer in het belang van de minderjarige zou zijn. De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking te bekrachtigen en het in hoger beroep meer of anders verzochte af te wijzen.