ECLI:NL:GHSGR:2012:BY4706
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Lückers
- A. Husson
- J. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep in kinderontvoeringszaak
In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van een hoger beroep dat is ingesteld door de vader van een minderjarige, die betrokken is bij een internationale kinderontvoeringskwestie. De vader had op 5 juli 2012 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 22 juni 2012, waarin de centrale autoriteit had besloten het verzoek van de vader tot teruggeleiding van de minderjarige niet in behandeling te nemen. De centrale autoriteit, belast met de uitvoering van het Haags Kinderontvoeringsverdrag, had geoordeeld dat het verzoek niet voldeed aan de eisen van het verdrag, omdat de moeder zonder toestemming van de vader met de minderjarige naar het buitenland was vertrokken.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 augustus 2012 was de vader aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, maar de centrale autoriteit was niet verschenen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen gronden zijn die het hoger beroep ontvankelijk maken, zoals het onterecht toepassen of niet toepassen van een artikel door de rechter, of essentieel vormverzuim. De mededeling van de griffier dat hoger beroep open zou staan, kan de vader geen rechten ontlenen, zoals blijkt uit eerdere jurisprudentie.
Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat de vader niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat tegen de beschikking van de rechtbank geen hogere voorziening openstaat, behoudens cassatie in het belang der wet. De beslissing is genomen op 12 september 2012 door de rechters M. Lückers, A. Husson en J. Kamminga, met griffier Hogendoorn.