ECLI:NL:GHSGR:2012:BY4710
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Lückers
- A. Husson
- J. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid hoger beroep in omgangsregeling tussen vader en Jeugdzorg
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 12 september 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van een verzoek van de vader inzake een omgangsregeling met zijn minderjarige kinderen. De vader had op 15 juni 2012 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, die op 13 maart 2012 was gegeven. De rechtbank had bepaald dat de vader vier keer per jaar omgang met zijn kinderen zou hebben, maar had het verzoek van de vader om een omgangsregeling met een van zijn kinderen afgewezen.
Tijdens de behandeling van de ontvankelijkheid op 16 augustus 2012 was alleen de advocaat van de vader aanwezig, terwijl Jeugdzorg, de verweerster, niet was verschenen. De advocaat van de vader voerde aan dat de termijnoverschrijding voor het indienen van het hoger beroep deels te wijten was aan de rechtbank, omdat de beschikking pas op 16 maart 2012 was verzonden. Hij stelde dat de verwarring over de verzenddatum van de beschikking de termijnoverschrijding had veroorzaakt.
Het hof overwoog echter dat een advocaat geacht wordt op de hoogte te zijn van de relevante termijnen en de gevolgen van termijnoverschrijding. De argumenten van de advocaat werden niet als verschoonbaar beschouwd, omdat de rechtszekerheid met betrekking tot rechterlijke uitspraken voorop staat. Het hof besloot daarom dat de vader niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep, wat betekent dat zijn verzoek niet in behandeling werd genomen.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van hoger beroep en de verantwoordelijkheden van advocaten in het proces.