ECLI:NL:GHSGR:2012:BY4722
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Lückers
- A. Husson
- J. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep in familierechtelijke zaak met betrekking tot hoofdverblijfplaats van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 12 september 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep. De vader, verzoeker in hoger beroep, had op 5 maart 2012 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 1 december 2011. De advocaat van de vader ging ten onrechte uit van de verzenddatum van de beschikking, 7 december 2011, en meende dat het hoger beroep tijdig was ingesteld. De advocaat van de moeder betwistte deze stelling en wees erop dat de wet duidelijk voorschrijft dat het hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak moest worden ingesteld.
Het hof overwoog dat een advocaat geacht wordt op de hoogte te zijn van de relevante termijnen en de gevolgen van overschrijding daarvan. De veronderstelling van de advocaat van de vader dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, werd door het hof verworpen. De wet is duidelijk en de rechtszekerheid met betrekking tot de onherroepelijkheid van rechterlijke uitspraken is van groot belang.
Uiteindelijk verklaarde het hof de vader niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, waarmee de eerdere beschikking van de rechtbank in stand bleef. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig instellen van hoger beroep en de verantwoordelijkheden van advocaten in dit proces.