ECLI:NL:GHSGR:2012:BY5799
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Leuven
- A. Mink
- L. Linsen-Penning de Vries
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling minderjarigen met ernstige ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De verzoekers, de moeder en de minderjarigen, waren in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 22 mei 2012, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd. De moeder verzocht het hof om de bestreden beschikking te vernietigen, terwijl Jeugdzorg, de verweerster in deze zaak, vroeg om de beschikking te bekrachtigen.
Tijdens de zitting op 7 november 2012 werd de zaak behandeld. De moeder was aanwezig met haar advocaat, terwijl de vader niet was verschenen. Het hof heeft de door de moeder overgelegde stukken in de beoordeling betrokken. De moeder stelde dat er geen sprake meer was van een bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen van de minderjarigen en dat de ondertoezichtstelling niet langer nodig was. Jeugdzorg daarentegen wees op recente ontwikkelingen die de zorgen over de minderjarigen onderstreepten, waaronder de financiële problemen van de moeder en de noodzaak van hulpverlening.
Het hof heeft vastgesteld dat de wettelijke gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn. Ondanks de positieve ontwikkelingen in de situatie van de minderjarigen, zoals de verbetering van hun ontwikkeling en de inzet van gezinscoaches, oordeelde het hof dat het prematuur was om de ondertoezichtstelling te beëindigen. De zorgen over de minderjarigen waren nog niet volledig weggenomen, en de rol van de gezinscoaches was cruciaal in het afwenden van recente bedreigingen.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd en de minderjarigen niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. Deze beslissing is genomen door de rechters M. van Leuven, A. Mink en L. Linsen-Penning de Vries, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.