ECLI:NL:GHSGR:2012:BY6246

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
14 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.109.652/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Mink
  • A. van den Wildenberg
  • J. van Montfoort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding na scheiding van tafel en bed; niet-ontvankelijkheid in verzoek tot echtscheiding

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, gaat het om een hoger beroep van verzoekers, een man en een vrouw, die na een scheiding van tafel en bed in eerste aanleg niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun verzoek tot echtscheiding. De rechtbank 's-Gravenhage had op 7 juli 2010 de scheiding van tafel en bed uitgesproken en de afspraken tussen de partijen vastgelegd in een convenant en ouderschapsplan. Deze beschikking werd op 12 januari 2011 ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. Verzoekers hebben op 10 juli 2012 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank van 12 april 2012, waarin zij wederom niet-ontvankelijk waren verklaard in hun verzoek tot echtscheiding.

Tijdens de mondelinge behandeling op 17 oktober 2012 was alleen de man aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de vrouw niet verscheen. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank zijn vastgesteld, voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Het hof heeft de vraag beoordeeld of verzoekers terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun verzoek tot echtscheiding. Verzoekers hebben hun verzoek gewijzigd en vroegen het hof om de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed uit te spreken.

Het hof oordeelt dat de rechtbank verzoekers terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in hun verzoek tot echtscheiding. Echter, gezien de overeenstemming tussen de man en de vrouw, heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en het gezamenlijke verzoek tot ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed toegewezen. De beschikking is gegeven door de rechters M. Mink, A. van den Wildenberg en J. van Montfoort, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 14 november 2012.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector Civiel recht
Uitspraak : 14 november 2012
Zaaknummer : 200.109.652/01
Rekestnummer rechtbank : FA RK 12-1416
1. [de man],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de man, en
2. [de vrouw],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de vrouw,
verzoekers in hoger beroep,
hierna ook gezamenlijk te noemen: verzoekers,
advocaat mr. G.B. de Jong te Hoogezand.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
Verzoekers zijn op 10 juli 2012 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 12 april 2012 van de rechtbank ‘s-Gravenhage.
Bij het hof is voorts van de zijde van verzoekers op 20 juli 2012 een brief van 19 juli 2012 met bijlagen ingekomen.
De zaak is op 17 oktober 2012 mondeling behandeld. Ter zitting was aanwezig de man, bijgestaan door zijn advocaat. De vrouw is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.
Bij die beschikking zijn verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot echtscheiding.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Onder meer staat het volgende vast:
- bij beschikking van 7 juli 2010 van de rechtbank ’s-Gravenhage is de scheiding van tafel en bed tussen de man en de vrouw uitgesproken en zijn de door verzoekers onderling getroffen regelingen van hun betrekkingen na scheiding van tafel en bed, zoals neergelegd in convenant en ouderschapsplan, opgenomen;
- de beschikking van 7 juli 2010 is op 12 januari 2011 ingeschreven in het huwelijksgoederenregister bij de rechtbank ’s-Gravenhage.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. In geschil is de vraag of verzoekers terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun verzoek.
2. Verzoekers verzoeken het hof de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, te bepalen dat de echtscheiding zal zijn uitgesproken tussen verzoekers op gemeenschappelijk verzoek. Ter terechtzitting hebben verzoekers hun verzoek gewijzigd in die zin, dat zij het hof verzoeken de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed uit te spreken.
3. Het hof is van oordeel dat de rechtbank verzoekers terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in hun verzoek tot echtscheiding. Het hof zal echter, gelet op de overeenstemming tussen de man en de vrouw, de bestreden beschikking vernietigen en het gezamenlijke verzoek tot ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed toewijzen.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking en, in zoverre opnieuw beschikkende:
spreekt de ontbinding uit van het tussen [de man] en [de vrouw] op [datum] te [plaats] gesloten huwelijk.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Mink, Van den Wildenberg en Van Montfoort, bijgestaan door Hogendoorn als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 november 2012.