Rolnummer: 22-002926-12
Parketnummers: 09-757054-12 09-920307-10 (TUL) en
09-930123-10 (TUL)
Datum uitspraak: 11 december 2012
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 7 juni 2012 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1993,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Forensisch Centrum Teylingereind te Sassenheim.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg van 19 april 2012 en 24 mei 2012 en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 27 november 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts zijn beslissingen gegeven omtrent de in beslag genomen voorwerpen, alsmede omtrent de vorderingen tot tenuitvoerlegging, een en ander als nader in het vonnis omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 6 januari 2012 te Wateringen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen diverse goederen, waaronder een laptop (merk Dell) en/of een of meer siera(a)d(en) en/of meerdere, althans een horloge(s) en/of vier, althans een of meer paspoorten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking door een slot van een deur van die woning en/of een deur van die woning te forceren;
subsidiair
een of meer derde(n) op of omstreeks 6 januari 2012 te Wateringen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning gelegen aan de [adres] heeft/hebben weggenomen diverse goederen, waaronder een laptop (merk Dell) en/of een of meer siera(a)d(en) en/of meerdere, althans een horloge(s) en/of vier, althans een of meer paspoort(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die derden en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door braak en/of verbreking door een slot van een deur van die woning en/of een deur van die woning te forceren, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 6 januari 2012 te Wateringen, gemeente Westland, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen en daar opzettelijk op de uitkijk te staan.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op of omstreeks 6 januari 2012 te Wateringen tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in een woning (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen diverse goederen, waaronder een laptop (merk Dell) en sieraden en een horloge en vier paspoorten, toebehorende aan [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft door middel van braak door een deur van die woning te forceren.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het primair bewezen verklaarde levert op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een woninginbraak. Met deze handelwijze heeft de verdachte er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van anderen. Daarnaast heeft hij overlast en financiële schade veroorzaakt voor de betrokkenen. Bovendien is algemeen bekend dat een dergelijk feit gevoelens van angst en onrust veroorzaakt in de maatschappij.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 13 november 2012, waaruit blijkt dat de verdachte twee maal eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke of andersoortige strafbare feiten. Ten tijde van het begaan van het onderhavige feit liep de verdachte nog in de proeftijd van deze twee deels voorwaardelijke veroordelingen. Deze eerdere waarschuwingen hebben hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen. Daarnaast is de verdachte bij arrest van heden van dit hof veroordeeld voor afpersing gepleegd op 15 juni 2011.
Het hof heeft bovendien in aanmerking genomen het advies d.d. 17 april 2012 van de Reclassering Nederland. Daaruit blijkt dat er zorgen zijn op alle leefgebieden van de verdachte. Op basis van zijn criminele verleden lijkt een delictpatroon waarneembaar dat gepaard gaat met agressie. De verdachte heeft een gebrekkig probleembesef, dan wel een gebrekkige probleemhantering en de zelfbeheersing blijkt onvoldoende te zijn. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog/gemiddeld, mede gelet op de ontkennende houding van de verdachte en de omstandigheid dat hij niet open lijkt te staan voor interventies. Geadviseerd wordt aan de verdachte een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldingsgebod, een behandelverplichting en een locatiegebod in het kader van elektronisch toezicht.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt. Nu het hof aan de verdachte bij een ander arrest van heden ter zake van een ander feit reeds reclasseringstoezicht oplegt, ziet het hof geen aanleiding dat ook in de onderhavige zaak te doen.
Vordering tenuitvoerlegging parketnummer 09-920307-10
Bij vonnis van de kinderrechter te 's-Gravenhage van 25 oktober 2010 onder parketnummer 09-920307-10 is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, met bevel dat die taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gepersisteerd bij de in eerste aanleg ingediende vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van die niet ten uitvoer gelegde straf, op grond dat de verdachte de hiervoor bedoelde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd.
In hoger beroep is komen vast te staan dat de verdachte de genoemde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd. De verdachte heeft immers het in de onderhavige strafzaak bewezen verklaarde feit begaan terwijl de hiervoor bedoelde proeftijd nog niet was verstreken.
De vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van die niet ten uitvoer gelegde straf is derhalve gegrond. Het hof zal daarom de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.
Vordering tenuitvoerlegging parketnummer 09-930123-10
Bij vonnis van de kinderrechter te 's-Gravenhage van 30 juni 2010 onder parketnummer 09-930123-10 is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, met bevel dat die taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gepersisteerd bij de in eerste aanleg ingediende vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van die niet ten uitvoer gelegde straf, op grond dat de verdachte de hiervoor bedoelde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd.
In hoger beroep is komen vast te staan dat de verdachte de genoemde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd. De verdachte heeft immers het in de onderhavige strafzaak bewezen verklaarde feit begaan terwijl de hiervoor bedoelde proeftijd nog niet was verstreken.
De vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van die niet ten uitvoer gelegde straf is derhalve gegrond. Het hof zal daarom de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan de rechthebbende van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1 paar zwarte handschoenen; 1 telefoon, merk Blackberry Bold, kleur wit.
Gelast de teruggave aan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: 1 stuk gereedschap, kleur rood, bouwsleutel.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kinderrechter te 's-Gravenhage van 25 oktober 2010, parketnummer 09-920307-10, te weten van een taakstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kinderrechter te 's-Gravenhage van 30 juni 2010, parketnummer 09-930123-10, te weten van een taakstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door mr. A.L.J. van Strien,
mr. A.E. Mos-Verstraten en mr. M.C.R. Derkx, in bijzijn van de griffier mr. C.J.A. Sabatier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 11 december 2012.