ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ3707
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Husson
- Kamminga
- Mertens-de Jong
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid incidenteel hoger beroep en kinderalimentatie
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 12 december 2012, staat de kinderalimentatie centraal. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A.M. Koorn-Harkema, heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 18 april 2012, waarin de bijdrage van de moeder aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind is vastgesteld op € 80,- per maand. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.C. Blok, heeft incidenteel hoger beroep ingesteld, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat zij dit te laat had gedaan, namelijk pas op 21 september 2012, terwijl de termijn tot 20 september 2012 liep.
In het principaal hoger beroep betoogt de vader dat de rechtbank ten onrechte de volledige woonlasten van de moeder heeft meegenomen bij de bepaling van haar draagkracht. Hij stelt dat de huidige echtgenoot van de moeder in staat is om de helft van de woonlasten te betalen, en dat de moeder dus slechts met de helft van deze lasten rekening gehouden moet worden. Het hof oordeelt dat de moeder niet voldoende heeft onderbouwd dat haar echtgenoot niet in staat is bij te dragen aan de woonlasten, en volgt de vader in zijn argumentatie.
Het hof stelt de kinderalimentatie vast op € 124,- per maand, met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2011 tot 18 september 2012, de datum waarop de onderhoudsverplichting van de moeder eindigde. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de moeder de alimentatie moet betalen, ook al kan er nog beroep worden aangetekend tegen deze beslissing.