ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ6248
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van den Wildenberg
- A. van de Poll
- W. Willems
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen grootmoeder en minderjarige; beoordeling van nauwe persoonlijke betrekking
In deze zaak gaat het om de omgangsregeling tussen de grootmoeder en de minderjarige, waarbij de moeder in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank. De rechtbank had een omgangsregeling vastgesteld, maar de moeder betwist de ontvankelijkheid van de grootmoeder in haar verzoek, omdat er volgens haar geen nauwe persoonlijke betrekking bestaat tussen de grootmoeder en de minderjarige. De moeder stelt dat er gedurende 22 maanden slechts sporadisch contact is geweest en dat de grootmoeder niet heeft ingegaan op uitnodigingen om de minderjarige te bezoeken. De moeder heeft ook een deskundige ingeschakeld om de voorlichting over de afstamming van de minderjarige te begeleiden.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder het rapport van de raad voor de kinderbescherming, dat geen ontzeggingsgrond voor omgang heeft vastgesteld. Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor een nauwe persoonlijke betrekking tussen de grootmoeder en de minderjarige, vooral gezien het gebrek aan contact in de afgelopen jaren. De grootmoeder heeft niet aangetoond dat er bijkomende omstandigheden zijn die een nauwe band rechtvaardigen.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en de grootmoeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling. Het hof benadrukt echter dat de grootmoeder de mogelijkheid heeft om de minderjarige een kaart te sturen op haar verjaardag, en dat het in het belang van de minderjarige is om contact te kunnen zoeken indien zij dat wenst. De moeder heeft toegezegd dat zij ook een kaart zal sturen, wat de relatie tussen de grootmoeder en de minderjarige kan bevorderen.