ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ6887
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van Leuven
- M. van de Poll
- J. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Verlenging van ondertoezichtstelling van minderjarigen wegens ernstige ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had in eerste aanleg een beschikking gekregen van de kinderrechter in de rechtbank te Rotterdam, waarin de ondertoezichtstelling was opgelegd. De moeder was van mening dat de verlenging van de ondertoezichtstelling niet noodzakelijk was en dat er geen ernstige ontwikkelingsdreiging bij de kinderen was. Ze voerde aan dat de hulpverlening niet in een verplicht kader hoefde plaats te vinden en dat de ondertoezichtstelling te ingrijpend was om 'voor de zekerheid' opgelegd te worden.
Jeugdzorg, de verweerster in hoger beroep, stelde echter dat er nog steeds sprake was van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. De minderjarigen hadden een belaste voorgeschiedenis en de situatie was sinds de eerdere beschikking niet verbeterd. Jeugdzorg benadrukte dat de moeder en de kinderen intensieve hulp nodig hadden om een stabiele en veilige opvoedsituatie te waarborgen. Het hof heeft vastgesteld dat de wettelijke gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig waren, gezien de langdurige gezinsproblematiek en de risico's die de moeder's partner met zich meebracht.
Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarmee de ondertoezichtstelling van de minderjarigen werd verlengd tot 21 januari 2013. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, om hun ontwikkeling en veiligheid te waarborgen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van toezicht en begeleiding in situaties waar de ontwikkeling van minderjarigen in gevaar kan komen door de omstandigheden in hun gezin.