ECLI:NL:GHSHE:1998:AA6057
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A. Meijer
- Th.A.J. Kock
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift tegen een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 januari 1998 uitspraak gedaan in het beroep van de heer R. te V. tegen de uitspraak van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 januari 1998, waarbij belanghebbende en de Inspecteur aanwezig waren. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994, welke aanslag was gedateerd op 29 februari 1996. De bezwaartermijn van zes weken, zoals geregeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), eindigde op 11 april 1996. Het bezwaarschrift werd echter pas op 12 april 1996 door de Inspecteur ontvangen. De Inspecteur verklaarde ter zitting dat het bezwaarschrift per post was verzonden en vóór 12 april 1996 ter post was bezorgd, waardoor het Hof oordeelde dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend op basis van artikel 6:9, tweede lid, van de Awb. Belanghebbende stelde dat hij kosten had gemaakt om zijn inkomsten te behouden, maar het Hof oordeelde dat het beroep ongegrond was en bevestigde de bestreden uitspraak. Beide partijen verklaarden geen aanspraak te maken op vergoeding van proceskosten. Het Hof besloot dat er geen aanleiding was om gebruik te maken van de bevoegdheid om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door J.A. Meijer, lid van de Kamer, en waarnemend-griffier Th.A.J. Kock op 21 januari 1998.