ECLI:NL:GHSHE:2000:AA5978
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A. Meijer
- G.J. van Muijen
- M.E. van Hilten
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en schending van de meerderheidsregel
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan op het beroep van mevrouw R, handelende onder de naam I, tegen de uitspraak van het Hoofd van de eenheid ondernemingen te M van de rijksbelastingdienst, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 juli 1994 tot en met 31 december 1994. De eerste mondelinge behandeling vond plaats op 21 oktober 1998, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door de heer drs. Y van X Belastingadviseurs. De Inspecteur was vertegenwoordigd door de heer mr. R, bijgestaan door de heer A. Na deze behandeling volgde een briefwisseling tussen het Hof en de partijen, waarna een tweede mondelinge behandeling plaatsvond op 12 januari 2000.
Belanghebbende heeft in haar beroep onder andere een schending van het gelijkheidsbeginsel ingeroepen, specifiek de meerderheidsregel. Ze heeft vijf vergelijkbare gevallen genoemd waarin geen heffing van omzetbelasting heeft plaatsgevonden. De Inspecteur heeft echter zes gevallen genoemd waarin wél heffing heeft plaatsgevonden, en het Hof heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de stellingen van de Inspecteur. Het Hof oordeelt dat de vergelijkbaarheid van de gevallen niet afhankelijk is van de inschrijving in het BIG-register, maar van de inschrijving in het register van psychotherapeuten ten tijde van de naheffingsaanslag.
Uiteindelijk heeft het Hof geoordeeld dat het gelijk aan de zijde van de Inspecteur is en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven tot vergoeding van proceskosten. De uitspraak van het Hof bevestigt de bestreden uitspraak van de Inspecteur, en het Hof heeft de zaak op 26 januari 2000 in het openbaar uitgesproken.