ECLI:NL:GHSHE:2000:AA6095
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.Th. Simons
- Rechtspraak.nl
Weigering bouwvergunning en legesheffing door gemeente
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 maart 2000 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbenden X en Y tegen de beslissing van Burgemeester en Wethouders van de gemeente P. De zaak betreft de weigering van een bouwvergunning voor de bouw van woningen aan De Z, welke aanvraag door belanghebbenden op 6 juni 1997 was ingediend. De gemeente weigerde de aanvraag op 14 oktober 1997 en bracht daarbij leges in rekening ter hoogte van fl. 38.000,=, met de mogelijkheid om 50% van dit bedrag terug te vragen.
Belanghebbenden betwistten de legesheffing niet, maar voerden aan dat de aanvraag niet in behandeling was genomen volgens de geldende regelgeving, omdat de ambtenaar de bepalingen van artikel 47 van de Woningwet niet had nageleefd. Het Hof verwierp deze stelling, omdat uit de brief van 14 oktober 1997 blijkt dat de aanvraag wel degelijk in behandeling was genomen en geweigerd. Het Hof oordeelde dat het risico van het indienen van een bouwvergunning die in strijd is met een bestemmingsplan bij de indiener ligt.
Daarnaast verwierpen de rechters ook de stelling van belanghebbenden dat de ambtenaar niet bevoegd was om het bezwaar te behandelen, aangezien de bevoegdheid pas op 2 april 1998 was overgedragen aan de heffingsambtenaar. Het Hof had geen reden om te twijfelen aan de juistheid van deze verklaring, die door belanghebbenden onvoldoende was betwist.
De vraag of rente en invorderingskosten terecht in rekening waren gebracht, kon niet in deze procedure worden behandeld, omdat deze kosten geen deel uitmaakten van de nota van 14 oktober 1997. Het Hof bevestigde de bestreden uitspraak en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd op 15 maart 2000 gedaan door J.Th. Simons, lid van de Belastingkamer, en is op 28 maart 2000 aan partijen verzonden.