ECLI:NL:GHSHE:2000:AA6149
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A. Meijer
- Th.A.J. Kock
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de inhouding van loonbelasting en premie volksverzekeringen over bijzondere beloningen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een belanghebbende, werkzaam als universitair docent aan de Universiteit te P, en de Inspecteur van de rijksbelastingdienst over de inhouding van loonbelasting en premie volksverzekeringen over het tijdvak december 1996. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van de Inspecteur, die zijn bezwaar had afgewezen. De belanghebbende was van mening dat de inhoudingsplichtige, de Universiteit, het verkeerde tarief had toegepast op zijn bijzondere beloningen, wat zou hebben geleid tot een hogere inhouding van loonbelasting en premies.
De mondelinge behandeling vond plaats op 12 januari 1999, waarna het Hof op 26 januari 1999 een mondelinge uitspraak deed. De belanghebbende verzocht om een schriftelijke uitspraak, waarvoor hij griffierecht betaalde. Het Hof moest beoordelen of de inhoudingsplichtige het in artikel 26b van de Wet geregelde tarief van 60% had moeten toepassen op de bijzondere beloningen van de belanghebbende. De Inspecteur betwistte dit en concludeerde tot bevestiging van de bestreden uitspraak.
Het Hof oordeelde dat het bezwaar van de belanghebbende niet tot een teruggaaf van ingehouden loonbelasting en premies kon leiden, omdat niet in geschil was dat het ingehouden bedrag niet te hoog was. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur en oordeelde dat er geen termen waren voor vergoeding van proceskosten, aangezien het beroep ongegrond was. De uitspraak werd op 4 april 2000 gedaan door J.A. Meijer en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van Th.A.J. Kock, waarnemend griffier.