ECLI:NL:GHSHE:2000:AA8914
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring in belastingzaak wegens overschrijding beroepstermijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 27 november 2000 uitspraak gedaan in het verzet van belanghebbende H tegen de beschikking van de voorzitter van de Belastingkamer van het Hof, gedateerd 17 september 1999. De voorzitter had belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep, omdat het beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. Belanghebbende stelde echter dat hij pas op 10 augustus 1998 een kopie van de uitspraak van de ambtenaar had ontvangen, en dat hij zijn beroepschrift tijdig had ingediend, zowel per fax als per post.
Het Hof heeft de argumenten van belanghebbende in overweging genomen. Uit de stukken bleek dat de post gericht aan belanghebbende bij de curator werd verzameld en gemiddeld eenmaal per maand werd doorgestuurd. Het Hof hechtte geloof aan de verklaring van belanghebbende dat hij zo snel mogelijk beroep had ingesteld. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en het Hof concludeerde dat belanghebbende ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard.
Het verzet van belanghebbende werd gegrond verklaard, waardoor de beschikking van de voorzitter verviel en de zaak opnieuw in behandeling werd genomen. Het Hof oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van beroepschriften en de noodzaak om rekening te houden met de omstandigheden waaronder belanghebbende zijn beroep heeft ingesteld.