ECLI:NL:GHSHE:2001:AB0144
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van der Velden
- A. de Kok
- M. Smeenk-Van der Weijden
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake bewijsvoering en aansprakelijkheid bij diefstal van goederen
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 februari 2001, stond de appellant, wonende te [woonplaats], tegenover de geïntimeerde, eveneens wonende te [woonplaats]. De appellant, vertegenwoordigd door procureur mr. P.J.J.A. Hendriks, was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere uitspraak. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door procureur mr. P.J.A. van Stiphout, had de appellant beschuldigd van het wegnemen van goederen, waaronder een bankpas met pincode, uit zijn woning aan de [straat] te [woonplaats]. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde was toegelaten om bewijs te leveren van zijn claims, terwijl de appellant de mogelijkheid kreeg om tegenbewijs te leveren. De geïntimeerde heeft vier getuigen gehoord, waaronder zichzelf, zijn echtgenote en twee andere getuigen, die de claims van de geïntimeerde ondersteunden. De appellant heeft geen getuigen gehoord en zijn claims niet onderbouwd.
Het hof concludeerde dat de getuigenverklaringen, in samenhang met de feiten, de geïntimeerde in staat stelden om het bewijs te leveren dat de appellant verantwoordelijk was voor de diefstal van de goederen. Het hof handhaafde de eerdere uitspraak en oordeelde dat de appellant aansprakelijk was voor de met de bankpas gepleegde geldopnamen van in totaal f 4.000,=. De appellant werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde werden begroot op f 662,25 aan verschotten en f 2.400,= aan salaris procureur. De uitspraak werd openbaar gedaan op 8 februari 2001.