ECLI:NL:GHSHE:2001:AB0327
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- M. van der Velden
- D. de Jonge
- Rechtspraak.nl
Beslissing op verzoek schadevergoeding ex artikel 591a Wetboek van Strafvordering na klacht niet-vervolging
Op 20 februari 2001 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om schadevergoeding op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. De zaak was ingediend door een verzoeker die eerder een klacht had ingediend op grond van artikel 12 van hetzelfde wetboek. Het hof heeft het verzoek om schadevergoeding toegewezen na het horen van de verzoeker, die werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. W. Bos. De klacht was eerder afgewezen, maar het hof oordeelde dat de verzoeker recht had op een vergoeding voor de kosten van rechtsbijstand.
De behandeling van het verzoek vond plaats op 17 januari 2001 in de raadkamer, waar de advocaat-generaal zijn conclusie presenteerde. De verzoeker was niet verschenen, maar zijn advocaat was wel aanwezig. De advocaat-generaal stelde voor om het verzoek door te verwijzen naar de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch. Het hof oordeelde echter dat het zelf bevoegd was om over het verzoek te beslissen, aangezien de zaak bij het hof was geëindigd zonder dat er straf of maatregel was opgelegd.
Het hof overwoog dat de term 'zaak' in artikel 591a ook de procedure ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering omvat, omdat deze in rechtstreeks verband staat met de strafzaak. De verzoeker had recht op rechtsbijstand, en de kosten die hij had gemaakt voor zijn advocaat werden als redelijk beschouwd. Het hof kende een vergoeding toe van fl. 1.077,76 aan de verzoeker, ten laste van de Staat.