ECLI:NL:GHSHE:2001:AB0690
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- M. Rothuizen-Van Dijk
- J. Meulenbroek
- A. Begheyn
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige concurrentie en distributieovereenkomst tussen softwarebedrijven
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 maart 2001, gaat het om een hoger beroep in een kort geding tussen drie appellanten, waaronder een besloten vennootschap en haar bestuurders, en een Belgische rechtspersoon die software ontwikkelt voor de financiële sector. De zaak draait om een distributieovereenkomst die op 30 augustus 1999 tussen de appellanten en de geïntimeerde is gesloten, welke overeenkomst op 31 juli 2000 eindigde. Na de beëindiging van deze overeenkomst heeft appellante 1 op 8 september 2000 een brief verzonden aan de klanten van de geïntimeerde, waarin zij aankondigde dat zij voortaan de distributie van een concurrerend product zou verzorgen. De geïntimeerde stelde dat deze brief onrechtmatig was en dat de appellanten zich stelselmatig richtten tot haar klanten om hen over te laten stappen naar het concurrerende product.
In eerste aanleg heeft de president van de rechtbank de vorderingen van de geïntimeerde grotendeels toegewezen. De appellanten betwistten de onrechtmatigheid van de brief en stelden dat deze enkel bedoeld was om klanten te informeren over de overstap naar het concurrerende product. Het hof oordeelde dat de appellanten, gezien hun rol als distributeur, het recht hadden om hun klanten te informeren over de gewijzigde situatie. Het hof concludeerde dat de inhoud van de brief niet onrechtmatig was, ondanks dat de toonzetting op sommige punten minder gelukkig was. Het hof vernietigde het vonnis van de president en wees de vorderingen van de geïntimeerde af, waarbij deze werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.