ECLI:NL:GHSHE:2001:AB0692
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Rothuizen-van Dijk
- A. van Schaik-Veltman
- J. Meulenbroek
- Rechtspraak.nl
Arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake rekening en verantwoording door geïntimeerde
Dit arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gewezen op 6 maart 2001, betreft een hoger beroep in een civiele zaak waarin appellanten, [APPELLANT 1] en [APPELLANT 2], zich verzetten tegen eerdere vonnissen van de rechtbank te Maastricht. De zaak draait om de vraag of de geïntimeerde, [GEÏNTIMEERDE], rekening en verantwoording moet afleggen over het gebruik van een verleende machtiging en het financiële beheer van de vader van de appellanten. De appellanten hebben in hun memorie van grieven zeven grieven tegen het tussenvonnis van 17 juni 1999 en vijf grieven tegen het eindvonnis van 14 oktober 1999 aangevoerd. De geïntimeerde heeft deze grieven bestreden en verzocht om bekrachtiging van de eerdere vonnissen.
Het hof overweegt dat de grieven van appellanten niet voldoende zijn onderbouwd met concrete feiten en omstandigheden. De appellanten stellen dat de vader onder druk is gezet door de geïntimeerde om bij te dragen aan woonlasten, maar het hof oordeelt dat deze stelling niet met bewijs is onderbouwd. Het hof sluit zich aan bij de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat de appellanten niet aan hun stelplicht hebben voldaan. De grieven falen en het hof bekrachtigt de eerdere vonnissen van de rechtbank.
In de beslissing wordt ook ingegaan op de proceskosten, waarbij het hof oordeelt dat er geen aanleiding is om van de hoofdregel af te wijken, en de appellanten worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. Het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is uitvoerbaar bij voorraad.