ECLI:NL:GHSHE:2001:AB1951
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Feith
- A. de Kok
- C. de Groot-van Dijken
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake dwangsombesluit en hygiëne-eisen zwemgelegenheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de publiekrechtelijke rechtspersoon Zuiveringschap Limburg tegen de naamloze vennootschap Aqua Terra N.V. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 8 mei 2001 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Zuiveringschap Limburg tegen de vonnissen van de rechtbank te Roermond van 11 december 1997 en 6 augustus 1998. De zaak betreft de naleving van de Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden (Whvz) en het Besluit hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden (Bhvz) door Aqua Terra N.V., die houder is van een zweminrichting. De rechtbank had eerder geoordeeld dat Aqua Terra N.V. niet in overtreding was, maar het hof oordeelt dat de dagelijkse kwaliteitscontrole van het zwemwater, zoals voorgeschreven in de regelgeving, niet is nageleefd. Het hof vernietigt de eerdere vonnissen en verklaart de vorderingen van Aqua Terra N.V. af, waarbij het hof de kosten van beide instanties aan Aqua Terra N.V. oplegt. De kernvraag in deze zaak is welke verplichtingen de Whvz en het Bhvz opleggen aan de houder van een zweminrichting met betrekking tot de controle van het zwemwater. Het hof concludeert dat de houder verplicht is om dagelijks, ook bij slecht weer, de kwaliteit van het zwemwater te controleren, ongeacht of er zwemmers aanwezig zijn. Dit is in het belang van de gezondheid en hygiëne van het publiek. De zaak benadrukt het belang van naleving van hygiënevoorschriften in zweminrichtingen en de verantwoordelijkheden van de exploitanten.