ECLI:NL:GHSHE:2001:AB1956

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 mei 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG C0000697/BR
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • M. Koens
  • A. van Teeffelen
  • J. van Etten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding inzake personen- en familierecht met betrekking tot verstoting en proceskostencompensatie

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep in een kort geding dat betrekking had op personen- en familierecht. De zaak was aanhangig gemaakt door de appellant, die woonachtig was in een niet gespecificeerde woonplaats, en vertegenwoordigd werd door procureur mr. B.Th.H. Boomsma. De geïntimeerde was niet verschenen in hoger beroep. Tijdens de rolzitting op 20 maart 2001 verklaarde de procureur van de man dat hij geen contact meer had met zijn cliënt, waarna hij de gedingstukken aan het hof overhandigde en om uitspraak vroeg.

De procedure volgde op een tussenarrest van 10 januari 2001, waarin het hof de man de gelegenheid had gegeven om nadere inlichtingen te verstrekken over de ontwikkelingen in de zaak na het bestreden vonnis. Het hof vroeg specifiek naar de datum van eventuele verstoting naar Marokkaans recht en het spoedeisend belang van de man bij het appèl. De man heeft echter de verzochte inlichtingen niet verstrekt.

Gelet op het feit dat de man niet aan de verzoeken van het hof heeft voldaan, besloot het hof het hoger beroep af te wijzen en het bestreden vonnis te bekrachtigen. Tevens werd bepaald dat de proceskosten van het hoger beroep worden gecompenseerd, aangezien de partijen gewezen echtgenoten zijn. De uitspraak werd gedaan op 23 mei 2001 door de rechters M. Koens, A. van Teeffelen en J. van Etten, en werd openbaar uitgesproken in de terechtzitting van datzelfde hof.

Uitspraak

typ. MC
rolnr. KG C0000697/BR
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,
zesde kamer, van 23 mei 2001,
gewezen in de zaak van:
[APPELLANT],
wonende te [woonplaats],
appellant,
procureur: mr. B.Th.H. Boomsma,
tegen:
[GEÏNTIMEERDE],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in hoger beroep niet verschenen,
als vervolg op het in deze procedure tussen partijen ge-wezen tussenarrest van 10 januari 2001.
6. Het tussenarrest van 10 januari 2001
Bij genoemd arrest heeft het hof de man in de gelegenheid gesteld bij akte ter rolle nadere inlichtingen te ver-strekken als in rov. 4 van het arrest verzocht, en iedere verdere beslissing aangehouden.
7. Het verdere verloop van de procedure
Voormelde akte is niet genomen. Ter rolzitting van
20 maart 2001 heeft de procureur van de man verklaard
geen contact meer met zijn cliënt te hebben. Daarop heeft hij de gedingstukken aan het hof overgelegd en uitspraak gevraagd.
8. De verdere beoordeling
8.1. Bij het tussenarrest heeft het hof, alvorens op de grieven in te gaan, de man in de gelegenheid gesteld bij akte ter rolle nadere inlichtingen te verstrekken omtrent de ontwikkelingen in deze zaak na het wijzen van het be-streden vonnis. Voorzover inmiddels verstoting naar Marok-kaans recht had plaatsgevonden, werd aan de man verzocht het hof te informeren over de datum waarop die verstoting had plaatsgevonden en aan te geven welk (spoedeisend) be-lang hij in dat geval nog had bij het appèl.
8.2. De man heeft de verzochte inlichtingen niet ver-strekt. Onder deze omstandigheden dient het door de man ingestelde hoger beroep te worden afgewezen, met bekrach-tiging van het bestreden vonnis.
8.3. De proceskosten van dit hoger beroep worden gecompen-seerd, nu partijen gewezen echtgenoten zijn.
9. De uitspraak
Het hof:
9.1. bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
9.2. compenseert de proceskosten van het hoger beroep al-dus, dat elke partij haar eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door mrs. Koens, Van Teeffelen en Van Etten en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 23 mei 2001.