ECLI:NL:GHSHE:2001:AB2335
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- B. Bod
- K. Kranenburg
- S. Smeenk-Van der Weijden
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van gemeenteraad en college van B&W in rechtsgedingen
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 juni 2001, gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door [appellante] tegen [geïntimeerde]. De zaak betreft de vraag of het bevoegde orgaan van [appellante] heeft besloten tot het voeren van het rechtsgeding, zoals vereist door de Gemeentewet. [Appellante] heeft een aantal besluiten overgelegd, waaronder een collegebesluit van 20 april 1999, maar niet het besluit van 13 april 1999. Het hof concludeert dat, aangezien [geïntimeerde] geen bezwaar heeft gemaakt tegen het ontbreken van dit besluit, het hof mag aannemen dat er op 13 april 1999 een besluit tot hoger beroep is genomen. Het hof oordeelt dat [appellante] ontvankelijk is in het hoger beroep.
De procedure betreft verder de ontruiming van een woonwagenstandplaats door [appellante] en de vorderingen van [geïntimeerde] in eerste aanleg. [Geïntimeerde] had in eerste aanleg schadevergoeding gevorderd voor de waarde van zaken die bij de ontruimingen zijn meegenomen. De rechtbank had een bedrag van f 1.200,= toegewezen, maar [appellante] betwistte de waarde van de toercaravan. Het hof oordeelt dat de toercaravan geen waarde vertegenwoordigde, gezien het taxatierapport, en vermindert de schadevergoeding tot f 700,=.
Daarnaast behandelt het hof de vraag of [appellante] de kosten van de ontruimingen op [geïntimeerde] kan verhalen. Het hof oordeelt dat [appellante] niet de juiste procedure heeft gevolgd en dat de kosten niet op [geïntimeerde] kunnen worden verhaald. Het vonnis van de rechtbank wordt in conventie vernietigd voor zover het de schadevergoeding betreft, maar in reconventie wordt het vonnis bekrachtigd. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.