ECLI:NL:GHSHE:2001:AD3883
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. van Teeffelen
- B. Bark-van Gink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake erfdeel en huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 augustus 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen appellant en geïntimeerde met betrekking tot de verdeling van een erfdeel binnen de huwelijksgoederengemeenschap. Appellant, vertegenwoordigd door procureur mr. J.A.J. Dappers, heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen geïntimeerde, vertegenwoordigd door procureur mr. B. Brens, met als doel de helft van het erfdeel van de nalatenschap van de moeder van geïntimeerde te vorderen. De rechtbank heeft in haar vonnis van 7 september 1999 geoordeeld dat de peildatum voor de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap de datum van ontbinding van het huwelijk is, en dat het erfdeel dat door geïntimeerde is ontvangen, reeds tijdens het huwelijk is besteed.
Appellant heeft in hoger beroep vijf grieven aangevoerd, waarin hij betwist dat het erfdeel van fl. 15.649,-- niet in de verdeling moet worden betrokken. Hij stelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat dit bedrag niet in de verdeling moet worden meegenomen, en dat de uitgaven die door geïntimeerde zijn gedaan, niet voldoende zijn onderbouwd. Het hof heeft de grieven gezamenlijk behandeld en vastgesteld dat de feiten zoals door de rechtbank vastgesteld, ook in hoger beroep als uitgangspunt dienen.
Het hof oordeelt dat er onvoldoende grond is om af te wijken van de peildatum zoals door de rechtbank vastgesteld. Tevens is het hof van mening dat de door geïntimeerde overgelegde bewijsstukken onvoldoende duidelijkheid bieden over de bestedingen, met name met betrekking tot de reis naar Eurodisney. Het hof heeft geïntimeerde in de gelegenheid gesteld om bij akte een gespecificeerde nota van deze reis over te leggen, alsook bewijsstukken van de betalingen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling op 11 september 2001.