ECLI:NL:GHSHE:2001:AD4757
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. de Kok
- A. de Groot-Van Dijken
- J. van Griensven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding na weigering beregeningsvergunning door Provincie Noord-Brabant
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de weigering van de Provincie Noord-Brabant om een beregeningsvergunning te verlenen voor grasland van [appellant]. Op 8 juli 1994 heeft de Provincie deze vergunning geweigerd, waarna [appellant] de Provincie aansprakelijk heeft gesteld voor de schade die hij heeft geleden door deze weigering. De rechtbank heeft [appellant] in zijn vordering niet ontvankelijk verklaard, omdat zij van mening was dat de afwijzing van het schadevergoedingsverzoek door de schadeassuradeur van de Provincie een fictieve weigering van een zelfstandig schadebesluit betekende. Dit oordeel is door [appellant] bestreden in hoger beroep.
Het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft de grieven van [appellant] gegrond bevonden. Het hof oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat [appellant] niet ontvankelijk was in zijn vordering. Het hof verwijst naar de jurisprudentie van de Hoge Raad en concludeert dat de gewone rechter bevoegd is om kennis te nemen van de zaak, aangezien het hier gaat om een geldvordering die is gebaseerd op onrechtmatige daad. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en verwijst de zaak terug naar de rechtbank te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling en beslissing. Tevens wordt de Provincie veroordeeld in de kosten van beide instanties.