ECLI:NL:GHSHE:2001:AD8161
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Mr. Koster-Vaags
- Mrs. de Poorter
- Mrs. Denie
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch inzake nalatigheid in de behandeling van de zaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch, gewezen op 6 januari 2000. De verdachte had tijdig hoger beroep ingesteld, maar de behandeling van de zaak in eerste aanleg vond plaats zonder de aanwezigheid van de verdachte en zijn raadsman. Dit gebeurde door een communicatiestoornis, waarbij de rechtbank niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de belanghebbende en diens raadsman. De raadsman had op 28 juli 1998 schriftelijk bevestigd dat hij en zijn cliënt aanwezig zouden zijn bij de zitting, maar deze informatie was niet door de rechtbank ontvangen. Hierdoor is de zaak bij verstek behandeld, wat een gebrek in het proces vormde.
Het hof heeft vastgesteld dat de hoofdregel in dergelijke situaties is dat het hof de beslissing van de rechtbank vernietigt en de zaak opnieuw behandelt. Echter, in dit geval, waar de rechtbank de zaak al had behandeld zonder de belanghebbende, heeft het hof besloten om de zaak terug te verwijzen naar de arrondissementsrechtbank. Dit is in overeenstemming met het beginsel dat een verdachte recht heeft op berechting in twee feitelijke instanties, zoals vastgelegd in artikel 423, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof heeft het beroepen vonnis vernietigd en de zaak terugverwezen naar de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch, zodat deze met inachtneming van de bevindingen van het hof de zaak opnieuw kan berechten en afdoen. De uitspraak vond plaats op 22 november 2001, en het hof werd voorgezeten door Mr. Koster-Vaags, met Mrs. de Poorter en Mrs. Denie als raadsheren, en Mr. Pentinga als griffier.