ECLI:NL:GHSHE:2001:BA7256
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Bod
- Huijbers-Koopman
- Kranenburg
- Rechtspraak.nl
Merkenrechtelijke geschil over gebruik van merknaam in handelspraktijk
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 februari 2001 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door E.I. Du Pont de Nemours and Company tegen een eerdere uitspraak van de president van de rechtbank te Breda. Du Pont, een vennootschap gevestigd in Wilmington, Delaware, Verenigde Staten, vorderde dat de geïntimeerden, bestaande uit een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen, het gebruik van het merk [naam 1] zouden staken. Het hof oordeelde dat de geïntimeerden door het gebruik van de merknaam [naam 1] in hun communicatie en marketing, inbreuk maakten op de merkrechten van Du Pont. Het hof stelde vast dat het merk [naam 1] was ingeschreven voor producten in de klasse van lak en vernis, en dat de geïntimeerden met hun gebruik van de merknaam economisch voordeel beoogden.
Het hof verwierp het verweer van de geïntimeerden dat het merk [naam 1] een soortnaam was geworden, en dat het merkrecht daardoor zou zijn vervallen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was geleverd dat het merk in de handel als soortnaam werd gebruikt. De vordering van Du Pont om het gebruik van het merk te staken werd toegewezen, met een dwangsom van f 10.000,-- per overtreding, met een maximum van f 100.000,--. Het hof vernietigde het vonnis van de president en veroordeelde de geïntimeerden in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.
De uitspraak benadrukt de bescherming van merkrechten en de noodzaak voor bedrijven om zorgvuldig om te gaan met merkgebruik in hun communicatie. Het hof bevestigde dat het gebruik van een merknaam in een commerciële context, zonder toestemming van de merkhouder, kan leiden tot juridische consequenties.