ECLI:NL:GHSHE:2002:AE8415
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- J. Jurgens
- A. Ficq
- M. van der Eerden
- Rechtspraak.nl
Beslissing over niet vervolgen van flessentrekkerij en bevel tot vervolging
In deze zaak heeft klaagster op 12 mei 2000 aangifte gedaan van flessentrekkerij, gepleegd door beklaagde. De officier van justitie heeft op 8 oktober 2001 besloten om niet tot vervolging over te gaan. Klaagster heeft hierop op 30 oktober 2001 een klaagschrift ingediend bij het gerechtshof, dat op 31 oktober 2001 ter griffie is ingekomen. De advocaat-generaal heeft in een schriftelijk verslag op 12 juni 2002 geadviseerd om het beklag af te wijzen. Het klaagschrift is op 17 juli 2002 behandeld in raadkamer, waarbij klaagster niet is verschenen. Op 28 augustus 2002 is het klaagschrift opnieuw behandeld, waarbij beklaagde ook niet is verschenen. De advocaat-generaal heeft zich hierbij gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Het hof heeft de beslissing tot niet vervolging beoordeeld en overweegt dat het niet overgaan tot opsporing niet kan worden gerechtvaardigd door een gebrek aan recherchecapaciteit, vooral niet in zaken die niet als gering kunnen worden aangemerkt. Het hof benadrukt dat het rechtssysteem moet voldoen aan de verwachtingen van slachtoffers en de samenleving. Gezien de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van beklaagde voor vergelijkbare delicten, heeft het hof besloten het beklag gegrond te verklaren en de vervolging van beklaagde te bevelen. De beslissing is genomen op 25 september 2002 door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.