ECLI:NL:GHSHE:2002:AE8822

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
20.000764.02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Mr. Huurman-van Asten
  • Mrs. Otten
  • Mrs. Bark
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens doodslag met lagere straf dan rechtbank

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 september 2002 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 2 april 2002. De verdachte, geboren in 1968 en thans preventief gedetineerd in het Huis van Bewaring 'Oosterhoek' te Grave, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar voor doodslag. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de opgelegde straf te hoog was. De verdachte had op klaarlichte dag in een drukke winkelstraat het slachtoffer met meerdere pistoolschoten om het leven gebracht, wat leidde tot ernstige schok in de rechtsorde en onherstelbaar leed voor de nabestaanden. Het hof heeft de straf verlaagd naar zeven jaar gevangenisstraf, waarbij het rekening hield met de omstandigheden waaronder het delict was gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd, maar bevestigde het vonnis voor het overige. De toegepaste wettelijke voorschriften zijn gebaseerd op de artikelen 10, 27 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

parketnummer : 20.000764.02
uitspraakdatum : 24 september 2002
tegenspraak
GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
meervoudige kamer voor strafzaken
A R R E S T
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 2 april 2002 in de strafzaak onder parketnummer 01.025289.01 tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats], op [...] 1968,
wonende te [adres],
thans preventief gedetineerd in het Huis van Bewaring "Oosterhoek" te Grave.
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de opgelegde straf en de strafmotivering.
De tenlastelegging
Het hof neemt hier uit het beroepen vonnis de weergave van de tenlastelegging over.
De redengeving van de op te leggen straf of maatregel
De rechtbank heeft de verdachte terzake van "doodslag" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren. De verdachte en de officier van justitie zijn in in hoger beroep gekomen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van moord zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen hoofdstraf bepaald op grond van de ernst van het feit, doodslag, en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen:
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan doodslag. Het nemen van het leven van een ander is een strafbaar feit dat dermate ernstig is en voor de samenleving zo schokkend dat alleen een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van aanzienlijke duur in aanmerking komt.
Verdachte heeft op klaarlichte dag in een winkelstraat, terwijl veel winkelend publiek aldaar aanwezig was, het slachtoffer door een groot aantal pistoolschoten om het leven gebracht. Hierdoor is de rechtsorde ernstig geschokt, in het bijzonder nu blijkt dat diverse omstanders voor hun eigen leven hebben gevreesd. Voorts is door het gepleegde delict de nabestaanden van het slachtoffer onherstelbaar leed aangedaan.
Bij de straftoemeting heeft het hof ten bezware van de verdachte er rekening mee gehouden dat verdachte zich voortdurend schuldig maakte aan wederrechtelijk wapenbezit waarbij hij een wapen -doorgeladen- bij zich droeg.
Bij de straftoemeting heeft het hof in het voordeel van de verdachte rekening gehouden met het feit dat, blijkens het dossier en de behandeling ter terechtzitting, de verdachte zich verschillende malen tot de politie heeft gericht met het verzoek te bemiddelen in het conflict tussen hem en het slachtoffer, dat was ontstaan als gevolg van een ernstig geweldsmisdrijf gericht tegen de verdachte en daarop volgende intimidatie van, zo meende de verdachte, de zijde van het slachtoffer en dat van de zijde van het slachtoffer geen stappen zijn ondernomen om escalatie van het conflict tegen te gaan.
De toegepaste wettelijke voorschriften
De strafoplegging is gegrond op de artikelen: 10, 27 en 287 van het Wetboek van Strafrecht
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het beroepen vonnis, doch alleen voor zover dit betreft de aan de verdachte opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van ZEVEN JAREN
Beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf daarop geheel in mindering zal worden gebracht.
Bevestigt het beroepen vonnis voor al het overige.
parketnummer : 20.000764.02
datum uitspraak: 24 september 2002
Dit arrest is gewezen door Mr. Huurman-van Asten, als voorzitter
Mrs. Otten en Bark, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Mr. Waals, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 september 2002.
UITDRAAI GEGEVENS 1e AANLEG
zaaknr. : 06
tijd : 14.40
rolnummer: 20.000764.02
verdachte:
[verdachte]
geboren te [plaats], op [...] 1968
wonende te [adres]
thans preventief gedetineerd in het Huis van Bewaring "Oosterhoek" te Grave
Is bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 2 april 2002 ter zake van:
"Doodslag";
veroordeeld tot:
Een gevangenisstraf voor de tijd van tien jaar met aftrek van de tijd reeds doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis;